Term die op twee manieren wordt gebruikt. Allereerst voor het proces waardoor bepaalde eenzijdige en stereotiepe beelden van (categorieën van) mensen en culturen ontstaan.
Het beeld dat door dat proces ontstaat, wordt ook beeldvorming genoemd. Beeldvorming berust op vooroordelen'\: over mensen en stereotypering. In het proces ervan spelen tal van maatschappelijke, psychologische en sociaal-psychologische factoren een rol. Vooral de rol van de massamedia kan belangrijk zijn bij beeldvorming. Reclamespots, videoclips, bioscoop films , billboards en andere niet journalistieke media gebruiken regelmatig stereotiepe beelden (van bijv. mannen, vrouwen , zwarte vrouwen), omdat daardoor een simpele boodschap beter kan worden overgebracht.
De inhoud van journalistieke media wordt sterk bepaald door opvattingen over wat nieuws is en wat niet, in relatie tot de (veronderstelde) interesse van het publiek. Door een beperkte onderwerpkeuze, eenzijdige invalshoeken, tekort aan betrouwbare bronnen (toegeschreven aan gebrek aan diversiteit op redacties), vaak nog gepaard met gebrek aan kennis over andere culturen, kan zeker in de ogen van bepaalde groeperingen een selectieve en eenzijdige media-aandacht ontstaan. Het beeld dat daardoor ontstaat van een bevolkingsgroep, kan door psychologische en sociaal psychologische processen verankerd raken in de samenleving. Zo worden gedragingen en uitingen van mensen die niet tot de eigen maatschappelijke en culturele groep behoren , al snel anders geïnterpreteerd dan van mensen die wel tot de eigen groep behoren.
Selectieve waarneming van personen en gebeurtenissen kan ervoor zorgen dat mensen met negatieve ideeën over een bepaalde bevolkingsgroep bevestigd worden in het beeld dat zij al hebben. De cirkel is daarmee rond: bestaande vooroordelen en stereotyperingen houden zo de beeldvorming in stand. De effecten van een negatieve beeldvorming kunnen zeer verschillend zijn: problemen een goede baan te vinden, agressie op straat, toegang geweigerd worden tot discotheken, een algeheel gevoel van maatschappelijke uitsluiting. In de discussie over beeldvorming staat vaak vooral de rol van massamedia centraal: zij zouden door een meer diverse onderwerpkeuze, andere behandeling van nieuws en een meer doordachte selectie van bronnen en deskundigen vastgeroeste stereotypen en vooroordelen ongedaan kunnen maken. Daardoor zouden ze negatieve beeldvorming kunnen voorkomen.