Koning Willem I gaf in 1826 de opdracht tot de bouw van het koninklijk raderstoomjacht De Leeuw. De koning liep voorop in de ontwikkeling van het 19e-eeuwse schip, want het raderstoomschip werd geheel gebouwd van ijzer.
Het 37 meter lange schip was een ontwerp van R Glavimans jr., tevens ontwerper van de in 1818 gebouwde koninklijke sloep. De bouw zelf vond plaats op de Marinewerf in Rotterdam. Zr. Ms. (Zijner Majesteits) De Leeuw werd op 20 mei 1828 in dienst gesteld bij de Koninklijke Marine en zou tot 1882 gebruikt worden als koninklijk jacht. Het schip werd, na verlenging en het plaatsen van nieuwe stoommachines, tot in de jaren negentig van de negentiende eeuw voor andere doeleinden gebruikt. Als koninklijk jacht werd het vervangen door Zr.
Ms. De Valk. Tussen 1882 en 1893 heeft de De Leeuw dienst gedaan als opleidingsschip voor machinisten in Hellevoetsluis. Het schip is in 1893 gesloopt.Zie ook > Groene Draeck > Koningssloep > Valk.