(1883-1924) Duitstalig auteur van Tsjechisch-joodse afkomst, studeerde rechten en germanistiek. Hij stierf in een sanatorium bij Wenen aan tbc.
Tijdens zijn leven heeft hij nauwelijks iets gepubliceerd; zijn literaire nalatenschap is uitgegeven door Max Brod. Voor een goed begrip van K.'s werk is kennis van zijn leven noodzakelijk; deze is gedeeltelijk te halen uit zijn Tagebücher 1910-'23 (Dagboeken; uitgeg. 1948- '49) en Briefe 1902-'24 (Brieven; uitgeg. 1958). Hieruit blijkt dat hij gebukt ging onder het dominante karakter van zijn vader. Vaak is in zijn werk sprake van een vader/zoonconflict, bijv. in Die Verwandlung 1915 (De gedaanteverwisseling) en Das Urteil 1916 (Het vonnis). Andere thema's en motieven zijn; gevangenschap en bevrijding, vereenzaming en het verlangen naar erkenning, angst en het zoeken naar een uitweg in labyrintachtige ruimten. Kenmerkend is de beklemmende, sinistere sfeer, waarin de absurditeit en het angstaanjagende van de alledaagse werkelijkheid de boventoon voeren. K. stelde zich de wereld voor als een naast elkaar bestaan van tegenstellingen; het komen tot een synthese was in zijn ogen onmogelijk. Tot zijn overige romans behoren Der Prozess 1925 (Het proces; verfilmd in 1962 o.d.t. The trial),Das Schloß 1926 (Het slot), Amerika 1927 (Amerika) en de verhalenbundel Betrachtung 1913. Ook van belang is Brief an den Vater 1919 (Brief aan zijn vader).