(1880-1944) Pools (Hebreeuws) schrijver. Hij studeerde aan de universiteiten van Genève en Lausanne, ging in 1921 naar Palestina en werd leraar te Jeruzalem.
Zijn eerste roman, Levaddah 1905 (= Op eigen kracht) wordt tevens beschouwd als de eerste zionistische roman. Hoofdpersoon is de jeudige Sarah, die zich tot het zionisme aangetrokken voelt, hoewel haar vrienden socialisten zijn. Eenzelfde thema heeft Daniel Shafranov 1912, terwijl Ahava 1926 (= Liefde) het leven van Russische emigranten in Zwitserland beschrijft. Belangrijk is ook de trilogie Shelomo Molkho 1928-'29, waarmee hij de realistische historische roman in de Hebreeuwse literatuur introduceerde. Bein yam uvein midbar 1933 (= Tussen de zee en de woestijn) is van hem de eerste roman die in Palestina speelt. Bamishol ha-zar 1937 (Op het smalle pad) gaat terug tot de tijd dat Jezus in Palestina predikte. In zijn laatste romans keerde K. terug naar het Rusland en Polen van halverwege de 19e eeuw, bijv. in Bezet ez ha-teliyyah 1944 (= In de schaduw der galeien).
