Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Sŭpĕro

betekenis & definitie

I. intr., boven zijn, vand.

a. uitsteken, te voorschijn komen, superant capite et cervicibus altis, Verg. | overdr., de meerdere zijn, de overhand hebben, virtute

Caes., equitatu, Nep.; de overhand behouden, zegevieren, superat sententia, Caes., tantum superantibus malis, overwegend waren, Liv.

b. overvloedig in groten getale -, rijkelijk voorhanden zijn, divitiae superant, Sall., quum otium superat, Liv. | over zijn, -blijven, nog voorhanden zijn, quid superat, Hor., aliquot horis die superante, Liv., vand. superare vitā, in leven blijven, overleven, Caes.; poët., superare captae urbi, de inneming der stad overleven, Verg.; absol., superatne et vescitur aurā? is hij nog in leven? Verg. | te veel zijn, quae (de uitvoering waarvan) Iugurthae super averant, Sall. | overvloeien, -koken, victor superans animis, overmoedig, Verg.

II. trans.,

a. over (iets) komen, - gaan, - zwemmen, (iets) overschrijden, overklimmen, ripas fluminis, Caes., Alpes, Liv., regionem, Cic., retia saltu, overspringen, Ov., alqd ascensu, beklimmen, Verg.; vand., van zaken = boven iets uitsteken, turris superat fontis fastigium, Caes. |overdr., te boven komen, doorstaan, casus, Verg., omnia (koude stormen enz.), Caes.
b. voor (iets) voorbijgaan, omzeilen, promunturium, Liv., Euboeam, Nep.,insidias, Liv., | overdr., overtreffen, omnes in re, Cic., alqm doctrinā, Cic., omnes scelere, Liv.; eerder aankomen, voorkomen, epistolam, Cic.; overwinnen, hostem proelio, Caes.

< >