vōvi, votum (2);
1. (aan een godheid) als offer beloven, - wijden, ten offer brengen, - aanbieden. | in 't bijz., (aan de goden, vooral aan de onderaardse) als zoenoffer wijden, vooral devovere se en mediaal devoveri, zich als zoenoffer ter dood wijden, zich opofferen, zo ook devota corpora (Deciorum), Liv., en devota vita (Decii), Cic., verder = (een wapen) aan de moord wijden; praegn., vervloeken, verwensen, ook = betoveren.
2. overdr., opofferen, prijsgeven, aan roof of dood overgeven, alcs caput, Curt., animam alci, voor iemd, Verg., devota morti pectora, Hor. | se devovere alci rei, zich geheel voor iets opofferen, - aan iets toewijden, alcs amicitiae, Caes.