Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Coniunctĭo

betekenis & definitie

ōnis, f. verbinding, samenhang, en wel

1. (van zaken), eig. en overdr. | in ’t bijz., verbinding van begrippen; voegwoord, conjunctie.
2. (van levende wezens) de verbinding in staat en familie, goede staatkundige, nabuurschappelijke, maatschappelijke, vriendschappelijke verhouding; = verbinding door geboorte of huwelijk, verwantschap.

< >