Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Compĕrĭo

betekenis & definitie

pĕri, pertum, īre

1. (iets door zien, horen, het inwinnen van inlichtingen enz.) te weten komen, bevinden, over iets nauwkeurig (zeker) bericht ontvangen, vand. compertus, zeker, stellig, gegrond, alqd mihi compertum est, ik weet iets zeker, Cic., compertum habeo = comperi, Cic., Caes., comperto, nadat bevonden was, toen men zeker wist, Sall., Liv. | neutr. part. subst. = iets zekers, nihil comperti habere, niets zeker weten, Cic.
2. (iemd van een misdaad) overtuigen, doch slechts in het part. compertus, overtuigd, stupri, Liv.

< >