(van Lat. pius, vroom), geloofsrichting in het Protestantisme, die zich in de 17e eeuw ontwikkelde als reactie op de verstarde kerkelijke orthodoxie en zich kenmerkte door een streven naar practische, „bevindelijke” vroomheid en voortgaande reformatie, gepaard aan wereldverachting. Het oudste P. vertoont zich bij de Eng.
Puriteinen en in Nederland (Voetius, de Teellincks, van Lodenstein, De Labadie). In Duitsland werd Halle onder invloed van Spener en A. H. Francke het middelpunt van een extreem P. Elders, vooral in Württem ■ berg, trad het in gematigder vormen op. Ook de Hernhutters of Broedergemeente zijn een uitloper van dit Duitse P.Volgde het P. in veel gevallen kerkelijke banen, soms leidde het ook tot separatisme en verliep in conventikels. Het begrip P. wordt ook in het algemeen toegepast op richtingen en verschijnselen, die duidelijk verwante trekken vertonen.