oorspronkelijke bewoners van Amerika. Zij verschillen plaatselijk zeer in lichaamskenmerken, taal en cultuur, maar het is wel zeker dat zij tot één ras behoren.
Algemene kenmerken: roodachtig bruine huidkleur, zwart haar, matige baardgroei, lichaamslengte variërend van 1.60-1.74 mWaarschijnlijk stammen zij af van N.-Siberische stammen die met grote tussenpozen het werelddeel zijn binnengekomen. Opvallend is in hun cultuur het ontbreken van het wiel. Buitengewoon goed ontwikkelde textieltechniek. De I.-se landbouw bracht de volgende gewassen voort: maïs, maniok, bataten, bonen, Sp. peper, tabak, katoen. Hun huisdieren waren kalkoen, lama, alpaca, hond, eend; na 1500 ook het paard.De huidige omstandigheden zijn in de verschillende delen van Amerika zeer ongelijk. Op de Grote Antillen en de Bahama-eilanden is de oorspr. bevolking geheel uitgeroeid. In de Ver. Staten leiden de Indianen een armzalig leven in de reservations. In Canada is de toestand beter, terwijl in Middenen Zuid-Amerika zij een belangrijke, soms overheersende plaats innemen.
