Gepubliceerd op 11-11-2021

passaat

betekenis & definitie

m. passaten (Portug. of Sp. eig. gunstige wind voor de passage: regelmatige wind, die bijna altijd uit dezelfde richting waait op bepaalde plaatsen inz. tussen de keerkringen in bepaalde jaargetijden): de N.-Oost passaat, ten N. van de linie.

< >