m. monniken; (Gr. monachos): eig. die alleen (buiten de wereld) leeft, eenzame; oorspr. kluizenaar; later: kloosterling: spreekw. de kap maakt den monnik niet of ’t zijn niet allen monniken, die zwarte kappen dragen, iem. is niet altijd datgene, waarvoor hij zich uitgeeft (verg. kok); vero. munnik.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk