Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie V
- vorstenhuis
- vorstenkroon
- Vorstenlanden
- vorstig
- vorstin
- vorstpan
- vorstvrij
- vort
- vos
- vosaap
- voskleurig
- voskonijn
- vossebont, vossenbont
- vossemelk
- vossen
- vossenbes
- vossenkuil
- vossestaart
- vossevel
- vota
- voteren
- votiefkerk
- votieftafel
- votum
- voute
- voutkamertje
- vouw
- vouwbeen
- vouwblad
- vouwblind
- vouwboot
- vouwdeur
- vouwdoos
- vouwen
- vouwkarton
- vouwstoel
- vouwtafel
- vox
- vraag
- vraag en aanbod
- vraagachtig
- vraagal
- vraagbaak
- vraagboek
- vraaggesprek
- vraagpunt
- vraagschotel
- vraagsgewijs, vraagsgewijze
- vraagster
- vraagstuk
- vraagteken
- vraagwoord o. -en; woord, dat een vraag inleidt: druk bij ’t lezen op het vraagwoord, b.v. waar is hij?
- vraat
- vraatzucht
- vraatzuchtig
- vracht
- vrachtauto
- vrachtboot
- vrachtbrief
- vrachtcontract
- vrachtgeld
- vrachtgoed
- vrachtkar
- vrachtlijst
- vrachtloon
- vrachtnotering
- vrachtpaard
- vrachtrijder
- vrachtschip
- vrachtslede
- vrachtvaarder
- vrachtvaart
- vrachtvrij
- vrachtwagen
- vragen
- vragenboek
- vragenbus
- vragendag
- vragenderwijs, vragenderwijze
- vrank
- vrankerik
- vratig
- vrede
- vredebond
- vredebreuk
- vredegerecht
- vredehandel
- vredelievend
- vredeoffer
- vrederechter
- vredesconferentie
- vredescongres
- vredesnaam
- vredesonderhandeling
- vredespaleis
- vredespijp
- vredespreliminairen, vredespreliminariën
- Vredestempel
- vredestijd
- vredestractaat
