Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie U
- u
- U-boot
- u. i
- U. J. D
- U. L. O
- u. r
- u. s
- U. S. A
- U. S. S. R
- Ubi bene, ibi patria
- uchtend
- Uebermensch
- UEd
- ui
- uiachtig
- uienbed
- uienland
- uiensalade, uiensla
- uiensoep
- uientapper
- uier
- uiig
- uil
- uilachtig
- uilebril
- Uilenspiegel
- uilenvlucht
- uilig
- uilskop
- uilskuiken
- uiltje
- uit
- uitademen
- uitbaggeren
- uitbakenen
- uitbalanceren
- uitbaliën
- uitbannen
- uitbarsten
- uitbarsting
- uitbazuinen
- uitbeelden
- uitbeelding
- uitbeeldsel
- uitbeitelen
- uitbesteden
- uitbetalen
- uitbijten
- uitblazen
- uitblijven
- uitblinken
- uitbloeien
- uitboegseren
- uitboezeming
- uitbomen
- uitbotten
- uitbouw
- uitbouwen
- uitbraak
- uitbraaksel
- uitbraden
- uitbraken
- uitbranden
- uitbrander
- uitbreiden
- uitbreiding
- uitbreidingsplan
- uitbreken
- uitbrengen
- uitbroeden
- uitbroedsel
- uitbuiten
- uitbuiter
- uitbundig
- uitcijferen
- uitdagen
- uitdager
- uitdaging
- uitdelen
- uitdelgen
- uitdelingslijst
- uitdenken
- uitdienen
- uitdiepen
- uitdijen
- uitdoen
- uitdossen
- uitdoven
- uitdraaien
- uitdrager
- uitdragerij
- uitdrijven
- uitdrinken
- uitdrogen
- uitdrukkelijk
- uitdrukken
- uitdrukking
- uitduiden
- uiteen
- uiteenbarsten
