Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie O
- ondertrouw
- ondertrouwde
- ondertrouwen
- ondertussen
- ondervangen
- onderverdelen
- onderverdeling
- onderverhuren
- ondervest
- ondervinden
- ondervinding
- ondervoed
- ondervoeding
- ondervoorzitter
- ondervragen
- ondervraging
- onderweg
- onderwereld
- onderwerp
- onderwerpelijk
- onderwerpen
- onderwerpszin
- onderwicht
- onderwijl
- onderwijs
- onderwijsman
- onderwijswet
- onderwijzen
- onderwijzend-personeel
- onderwijzer
- onderwijzersakte
- onderwijzing
- onderwind
- onderwinden, zich
- onderworpeling
- onderworpen
- onderworpenheid
- onderzaat
- onderzeeboot
- onderzeeër
- onderzees
- onderzetten
- onderzetting
- onderziel
- onderzijde
- onderzoek
- onderzoeken
- onderzoeker
- onderzoeking
- onderzoeksrechter
- ondeugd
- ondeugdelijkheid
- ondeugend
- ondicht
- ondichterlijk
- ondienst
- ondienstig
- ondiep
- ondiepte
- ondier
- onding
- ondoenlijk
- ondom
- ondoordacht
- ondoordringbaar
- ondoordringbaarheid
- ondoorgrondelijk
- ondraagbaar
- ondraaglijk
- ondubbelzinnig
- onduidelijk
- ondulatie
- onduleren
- onduline
- onecht
- onechtheid
- onedel
- oneens
- oneer
- oneerbaar
- oneerlijk
- oneetbaar
- oneffen
- oneigenlijk
- oneindig
- oneindigheid
- onenig
- onenigheid
- onera
- onereus
- onergdenkend
- onervaren
- onervarenheid
- oneven
- onfatsoenlijk
- onfeilbaar
- onfeilbaarheid
- onfraai
- onfris
- ongaarne