Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- motorboot
- motorbril
- motorisch
- motoriseren
- motorren
- motorrijder, motorist
- motorrijtuig
- motorrijwiel
- motorwagen
- motregen
- motregenen
- mots
- motsen
- motte
- motten
- mottig
- mottigaard
- motto
- motu proprio
- mouchard
- mouche
- mouilleren
- Mount-Everest
- mousseline
- mousselinen
- mousseren
- moustache
- mout
- mouteest
- mouten
- mouter
- mouteren
- mouterij
- moutkuip
- moutwijn
- mouvement
- mouw
- mouwstreep
- mouwveger
- mouwvest
- moveren
- mozaïek
- mozaïektegel
- mozaïekversiering
- mozaïekvloer
- mozaïekwerk
- Mozaïsch
- Mozes
- mozetta
- Mr
- mrk., m
- Mrs
- MSS
- mud
- mudszak
- mudvol
- mueddzin
- muf
- muffeldier
- muffen
- muffig
- mufheid
- mufti
- mug
- muggebeet
- muggendoek
- muggengordijn
- muggenziften
- muggenzifter
- muggesteek
- mui, muide
- muiden, muide
- Muiderkring
- muik
- muiken
- muil
- muilband
- muilbanden
- muilblaar
- muildier
- muildierdrijver
- muilezel
- muilkorf
- muilpaard
- muilpeer
- muilplaag
- muis
- muishond
- muisjes
- muiskat
- muiskleur
- muiskleurig
- muisstil
- muit
- muiteling
- muiten
- muiter
- muitziek
- muitzucht
- muizen
