Kerken Maastricht

Jac. van Term (1979)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Tweede Minderbroederskerk

betekenis & definitie

(Paleis van Justitie)

Waar de Minderbroedersberg ligt, dat weten de meeste Maastrichtenaren wel. Ook die er nooit hoefden te zijn. Want wat eertijds een magnifieke Minderbroederskerk was, is al anderhalve eeuw het Paleis van Justitie, terwijl het voormalige klooster ernaast tot voor enkele jaren strafgevangenis was. Vandaar dat ’lemes nao de Minnebreureberreg bringe’ of ’Heer zit op de Minnebreureberreg’ niet veel goeds betekende.

Maar welke Maastrichtenaar weet, bijvoorbeeld, dat het beeld van Vrouwe Justitia tegen de voorgevel in 1927 door Charles Vos gehakt werd uit een blok steen, dat oorspronkelijk bestemd was voor een beeltenis van Onze Lieve Vrouw? Waarvoor direct al na het gereedkomen van de kerk destijds een ruimte was gereserveerd in de tegenwoordige classicistische fagade met de Korinthische pilasters.

Het rechtbankgebouw is, zeker van binnen, vrijwel niet meer terug te kennen als kerk. Die de Minderbroeders, zoals al eerder verteld, mochten bouwen omdat ze in hun kloostercomplex aan de Sint Pieterstraat ruimte te kort kwamen. De kerk hier diende als arsenaal en het klooster grotendeels als militair hospitaal. Bovendien groeide de verering tot de Sterre der Zee zienderogen. Zodat de tot kapel ingerichte ziekenzaal in het klooster de toenemende stroom van pelgrims naar het uit Tongeren teruggekeerde genadebeeld niet meer kon verwerken.

Desgevraagd stonden de Staten Generaal de paters, op 5 mei 1699, een totale nieuwbouw toe elders in de stad. Waarvoor deze in alle provincies van het land mochten collecteren. En al op de 25ste mei kochten de paters voor 9000 Luikse guldens van het stadsbestuur buiten de eerste omwalling uit de 13de eeuw - waarvan fragmenten later in de gevangenismuur werden verwerkt - een stuk terrein tussen de Tweebergen- en de Lenculenpoort. Dat bekend stond als ’de Schuttenhof op Hoogh Lenculen’ en oefenplaats was voor de schutters van de gilden. Van de leemgrond ter plaatse begonnen de paters in 1699 nog de stenen te bakken, ’alwaer deselve een seer magnifyck clooster en kercke getimmert hebben met haere eygene broeders die metselaers, timmerluyden, beeldsnijders, scaillie deckers ende alle andere ambachten daertoe nodigh verstonden . . .’

Spoedig waren een deel van de kerk met een aparte kapel voor de Sterre der Zee gereed. Haar beeld werd op 30 december 1700 per koets plechtig naar de nieuwe kerk gereden en op nieuwjaarsdag droeg gardiaan Godefridus van Essen de eerste hoogmis op. Het complex was in 1708 helemaal onder dak en op de 5de augustus kon de kerk alsmede het aan de H. Maria Magdalena toegewijde hoogaltaar door Roermonds bisschop Angelus, graaf van Oignies worden geconsacreerd. De fraaie en royale driebeukige kerk met zware pilasters van Naamse steen, een transept en diep koor werd rijkelijk voorzien van beeldhouwwerk - de beelden van Sint Franciscus en de H. Bonaventura werden vooral erg geprezen -, een reeks van dertien schilderstukken die het leven van Sint Franciscus uitbeeldden, schitterend gestoken koorbanken, preekstoel, oxaal en orgelkast.

En dat alles, zoals net gezegd, met evenveel vakmanschap als kunstzinnigheid vervaardigd door eigen Franciscaner broeders. Boven in de gevel stonden een vijfpuntige ster en de woorden Ave Maris Stella gebeiteld. Maar het Mariabeeld is er nooit gekomen. Toen kwam het rampjaar 1795. Ook de Franciscanen moesten, voor de derde keer alweer, de wijk nemen. De communiteit van gardiaan Michiel Marres telde op dat moment veertig man.

De kerk gebruikten de Fransen om er de geroofde archieven van de andere geconfisceerde kerken uit de stad in op te slaan. Het mooie drie-manuaals orgel verdween naar de Sint Petruskerk te Oirschot waar het nog altijd speelt. De beide beelden van Franciscus en Bonaventura alsmede tien van de schilderijen gingen naar de kerk van Gronsveld. Maastrichtse families ontfermden zich zo lang over het meubilair en de andere schilderstukken alsook over het beeld van de Sterre der Zee. Toen, echter, de terugkeer van de paters te lang op zich liet wachten, deden zij alles over aan andere kerken in Maastricht. De Sterre der Zee werd in 1804 aan de Sint Nicolaaskerk geschonken, waarmee het miraculeuze Mariabeeld voorgoed uit handen raakte van de Franciscanen na het eeuwenlang onder hun hoede te hebben gehad.

In januari 1797 is de parochie van Sint Joannes de Doper nog heel even in de Minderbroederskerk ondergebracht geweest. Vanwege de ongunstige ligging verhuisde de uit de Sint Jan verdreven parochianen na tien dagen alweer naar de Dominicanenkerk.

< >