(Eglise réformée Wallonne)
Dr. Charles Thewissen was, in woord en geschrift, een verteller par excelence over zijn stad en haar historie. En hij wist in zijn verhalen altijd wel weer een ’meidske’ of freuleke dan wel mademoiselke ten tonele te voeren. Zo verhaalt hij in zijn als een roman geschreven geschiedenisboek over Maastricht - in 1968 verschenen - van een jong Maastrichts meisje dat gefigureerd zou hebben als Godin van de Rede in de Waalse kerk aan de Sint Pieterstraat. Haar naam? Lieske Veugen, dochter van de ontvanger van de stad. Charles Thewissen zelf verwijst reeds een regel verder deze Déesse de la Raison naar het rijk der fabelen.
Niettemin blijven andere geschiedschrijvers beweren dat de Waalse kerk, inderdaad, als Temple de la Raison werd gebruikt. Zoals dat, in de stormachtige dagen van de Franse republiek, ook gebeurde in Parijs.
In Maastricht moet, na de capitulatie van 1632, al een gemeente van Franse protestanten zijn ontstaan. Die aanvankelijk de beschikking kreeg over de Sint Hilariuskapel, recht tegenover de eerste Minderbroederskerk. En dit dan overeenkomstig de capitulatievoorwaarden waarbij prins Frederik Hendrik in Maastricht een aantal kerken voor de protestanten opeiste. Vanaf 1639 maakte de ’Walse gereformeerde gemeynte’ gebruik van de naburige kerk der verjaagde Jezuïeten. Tot 1673 dan, toen deze - na de verovering van de stad door Lodewijk XIV - hun kerk weer terugkregen. Samen met de ’Nederduytsch Hervormde Gemeente’ bedienden de Franse protestanten zich, vervolgens ’bij beurte’ van de Sint Catharinakapel aan de Houtmarkt, de tegenwoordige Boschstraat dus.
Totdat Maastricht, in 1678, weer aan de StatenGeneraal der Verenigde Nederlanden werd teruggegeven. Op 19 september 1680 werd dan de Sint Hilariuskapel opnieuw en nu voorgoed aan de Waalse gemeente ’gecedeert’. Welke intussen sterk was gegroeid. Allereerst door de komst van Waalse protestanten, die de vervolging in het land van Luik waren ontvlucht. En bij wie zich, in 1685 na het herroepen van het Edict van Nantes, nog eens vele Franse Hugenoten hadden gevoegd. Deze zogenaamde Refugiés kwamen, met hun predikanten, vooral uit Sedan.
De Hilariuskapel bleek al snel te klein. En werd daarom, in 1686, afgebroken.
Het is niet helemaal duidelijk of er vóór de bouw van de nu nog bestaande Waalse kerk eerst een andere, kleinere kerk is geweest. In elk geval noteert rijksarchivaris A.J.A. Flament in zijn ’Chroniek van Maastricht’ uit 1915, dat op de plaats van de Hilariuskapel meteen een nieuwe kerk werd gebouwd, dat in 1717 alle huizen en de Waalse kerk aan de Sint Pieterstraat door de Jeker onder water werden gezet en dat deze kerk in 1732 werd gesloopt om plaats te maken voor een nieuw te bouwen kerk, die op 6 december 1733 werd ingewijd. De tegenwoordige kerk dus, die - naar ontwerp van de Luikse architect Thomas Comhaire - een voor Maastricht erg ongebruikelijk twaalfhoekig grondplan kreeg. Twee halve tienhoeken omvatten aan weerskanten een rechthoekige centrale hal waardoor een riante en door geen pilaren gehinderde ruimte, onder een gewelf van stucwerk, ontstond. Het meubilair zoals de preekstoel en de herenbank werd vervaardigd in de Lodewijk XIV- en Lodewijk XV-stijl. Een wat kokette en verhoudingsgewijs kleine klokkespits bekroont de rechthoekige, ongelede toren die tevens de voorgevel is.
In 1964 werd, met royale overheidssteun, het orgel voor de vierde keer zodanig hersteld dat het weer gerekend kan worden tot de beste barokinstrumenten in het land. Het was in 1742 gebouwd door Th. Weydtman, een streng gereformeerde - en gerenommeerde - orgelbouwer die nog de oude kast van het vorige orgel, uit 1664, wist te gebruiken. Het was, hoogstwaarschijnlijk, Weydtmans laatste werkstuk. Want in december 1745 overleed hij in zijn geboorteplaats Ratingen nabij Düsseldorf.