Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Witlof

betekenis & definitie

of witloof, variëteit van cichorei, daardoor gekenmerkt, dat zich in den winter op den wortel een kleine krop kan ontwikkelen welke, wanneer zij in het duister groeit, wit blijft en die als groente wordt verhandeld. De cultuur hiervan is rond Brussel ontstaan en heeft daar nog steeds het centrum.

De groente heet daarom ook nog wel Brusselsch lof of Brusselsch witlof. Door een reeks tuinbedden, waarin witlofwortels zijn ingekuild, achtereenvolgens te verwarmen is het den Belg. witlofteler mogelijk den oogst van Oct. tot in de lente te rekken.

Ofschoon de Belg. cultuur ook elders wel mogelijk is, namelijk in Nederland en Denemarken, blijft zij daar beperkt tot een onbelangrijk nevenbedrijf.De witlofteelt in België beslaat ruim 7 000 ha; de productie bedraagt ongeveer 65 000 000 kg. Van Sept. 1937 tot Mei 1938 zijn 47 634 700 kg, voor een geldelijke waarde van 96 575 000 frs. uitgevoerd. Voornaamste afnemende landen: Frankrijk (88 %), Nederland, Duitschland, Amerika en Zwitserland.

< >