Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Krop

betekenis & definitie

1° (dierk.) (Ingluvies) verwijding van den slokdarm, waarin het opgehoopte voedsel wordt geweekt en dikwijls reeds een voorvertering ondergaat. Vooral bij de zaadetende vogels wordt een sterk ontwikkelde k. aangetroffen, die hier vooral de functie heeft de zaden te weeken vooraleer zij in de kauwmaag komen. Bij duiven wordt in de k. tijdens de verzorging der jongen een vettig secreet, → duivenmelk, afgescheiden, waarmede de jongen in de eerste levensdagen uitsluitend worden gevoed.

Bij vele lagere dieren worden in de k. verteringssappen afgescheiden of van uit klieren hierheen getransporteerd om de vertering van het opgenomen voedsel in te leiden. Willems.

2° (Geneesk) → Kropziekten.
3° In een orgel de hoekige houten kanaalverbindingen.

< >