(zoet'sappəch) bn. en bw. (-er, -st)
1. sappig en zoet, flauwzoet.
2. laf, zouteloos: -e woorden; antwoorden.
3. overdreven vriendelijk en flauw: met een gezicht.
Gepubliceerd op 24-02-2020
betekenis & definitie
(zoet'sappəch) bn. en bw. (-er, -st)
1. sappig en zoet, flauwzoet.
2. laf, zouteloos: -e woorden; antwoorden.
3. overdreven vriendelijk en flauw: met een gezicht.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: