(on'vrugdba:r) bn. en bw. (-der, -st)
1. weinig of geen vruchten (kunnende) voortbrengen(d): een ...bare streek. Syn. → bar.
2. Plantk. geen stuifmeel bevattend : ...bare meeldraden.
3. niet geschikt voor bevruchting : Sara was -.
4. niets of niet genoeg voortbrengend : een geleerde.
5. zonder nut: een ...bare diskussie.