('om) m. (...halen; -tje)
I. [omhalen II 4]
1. Eig. drukte, wijdlopigheid: veel maken. Syn. omslag.
2. Metf. het omslachtig te pas brengen van onnodige dingen bij enig onderwerp: met een zonder (veel) van woorden.
II. [omhalen III]
1. Eig. haal, trek die in de rondte gaat; schoonschrift
met sierlijke ...halen.
2. Metf. bocht, kronkeling: een weg vol ...halen.