('kammən) (kamde, heeft gekamd)
1. met een kam ordenen : zijn haar –; zich –.
2. met een kam ontwarren : wol –.
3. in elkaar grijpen van kamraderen : dat rad kamt niet.
4. met elkaar overweg kunnen : die twee – niet; het kamt niet tussen hen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: