[~ flonkeren] bn. en bw. (-er, -st)
1. welgebouwd, stevig: een -e jongen; een -e houding.
Syn. fiks.
2. degelijk: een karakter.
3. kranig: een -e kerel; optreden; voor zijn jaren.
4. onbeschroomd: iemand eens de waarheid zeggen.
5. ruim: een -e som gelds; betalen.
6. ferm: een -e wandeling.