een Dorp in de dus genoemde Meierij van ‘s Hertogenbosch, met de twee nabijgelegene Dorpen Maarheeze, of Meerheeze, en Gastel, te zamen uitmaakende de Baronnie van Kraanendonk. Oudheid- en Taalkundigen willen, dat de uitgang Donk, in welken de naamen van verscheiden Plaatzen in de Meierij eindigen, zo veel te kennen geeft als hoog verhevene plaatzen in laage of broekagtige Landen. De Baronnie van Kraanendonk behoorde, weleer, aan WILLEM DEN III, Stadhouder der Vereenigde Nederlanden en Koning van Groot-Britannie. Naa deszelfs overlijden, en bij de verdeeling zijner naagelaatene goederen, tusschen den Koning van Pruissen en JOAN WILLEM FRISO, Prins van Oranje en Nassau, Stadhouder van Friesland en Groningen, viel de Baronnie van Kraanendonk den laatstgemelden te beurt.
Tot op de jongste Omwenteling is dat erfdeel, benevens veele andere goederen van gemelde zijne Koninklijke Majesteit, in het Huis van Oranje en Nassau gebleeven. Zurendonk, ongeveer vijf uuren gaans ten Noordwesten van Helmond gelegen, is een middelmaatig Dorp. Men heeft ’er eene Gereformeerde Kerk, die niet zeer groot is, doch met een tamelijk hoogen spitsen Toren pronkt. De Leeraar, welks hier den gewijden dienst waarneemt, bedient insgelijks de Hervormde Gemeente te Maarheeze, een half uur gaans in het Zuidoosten van daar gelegen. Hij is Lid der Klassis van Peel- en Kempeland.