Yvoy
Het Geslagt van YVOY. Voor de volgende Geslagtlijst, ons ter plaatzinge in ons Woordenboek toegezonden, betuigen wij bij deezen, aan den Zender, onzen openbaren dank. Mogten anderen, gelijk wij meermaalen wenschten, dit ons hoogstbehaaglijk voorbeeld volgen, en alzo tot een Aanhangzel op het geheele Werk, waar toe wij reeds merkelijke bouwstoffe bezitten, het hunne bijdraagen! Van wegen de naauwkeurigheid van schikkinge, zullen wij het medegedeelde Stuk, van woord tot woord, en in de zelfde gestalte plaatzen, als het ons is ter hand gekoomen.
Het Geslacht in deeze Landen, zeedert het Jaar 1569, bekend onder de naam D’YVOY, is afkomstig uit Vrankrijk, uit de Provincie van Picardijen, alwaar het zelve in groot aanzien en eere gebloeid heeft, en een der aanzienelijkste onder de Adelijke en Riddermatige Stammen was, zijnde deszelfs eigentlijke Geslachtnaam HANGEST, tot wapen voerende een Zilver Veld waarop een rood Kruijs beladen met vijf Goude St. Jacobs Schulpen, hebbende voor helmteeken, een menschenhoofd, en voor Supports of Schildhouders, twee Wildemannen.
Het zelfde Geslacht heeft zo in Vrankrijk als in de naburige Nederlanden, verscheide aanzienelijke Heerlijke Leen en andere Goederen bezeeten, zijnde Heeren geweest van Avesnecourt, Arzilliers, Blaize, Binderen, Dampiere, Fontaines, Tresnoy, Genlis, Hangest, Hugueville, Yenville, Yvoy, Landricourt, Magny, Montmor, Neufville le Roy, Pont St. Pierre, Spreuwenstein, Taule, Vavincourt en andere plaatsen. De Huijzen waarmeede het zelve, zo in Vrankrijk als in de Nederlanden vermaagschapt en geallieerd is geweest, zijn, ARZILLIERS, AMBOISE, BEAUMONT, BRUYERES, DE LA BOVE, BOUCARD BROUËRS, VAN BERCKEL, CARON, CHATLLON, VAN DER CAPELLEN, LE FLAMENT, GARLANDE, GLABBEECK, GUICHENON VAN CHATILLON, HARCOURT, HEILLY, HUMIERES, VAN DER HORST, JOINVILLE, LEVIS, LANNOY, DE LEEUW, MONTMORENCY, MONTBAZON, MAILLY, MAGNY DU MERS, NESLE, NASSAU LA LECK, PECQUIGNY, ROYE, ROCHEROLLES, DE RUYTER, SOYECOURT, SAREBRUCHE, TONSCARVILLE, DES URSINS, UTENHOVEN, VIGNEMONT, VOORBURGH, VOET VAN WINSSEN, WALENCOURT, &c.
Het voorsz. Geslacht zig van tijd tot tijd uitbreidende, hebben de onderscheide takken, zo als in Vrankrijk is gebruikelyk zig door de toenamen hunner Heerlijke goederen onderscheiden, zo als in dit geschiede ten opzigte der Heeren van GENHT, VAN YVOY, VAN TAULE, VILLERS, HUGUEVILLE &c. van welke allen echter noch maar die van Genlis en Yvoy overig is en noch heeden word voortgezet, doch de welke van alle de goederen die het noch in ’t laatst der Sestiende Eeuw in Vrankrijk bezat, zo uit hoofde van de aankleving aan de Protestantsche Religie, als andere omstandigheeden, heeft moeten derven, en daar van niets anders behouden, dan de naam en de bewijzen hunner afstamming.
I. Geslacht.
FLORIS, Heere van HANGEST, word genoemd in de gifte welke Philippus van Vlaenderen en Vermanders in 1175. deed aan de Kerk van onze lieve Vrouwe van Parijs, van de goederen van Virij in Picardijen en van de Vrijdommen, die Canon, Grave van Soissons in 1177. schonck aan de Abdij van Orcamp van alle de tollen in zijne Landen. Hij reisde naar het H. Lant en stierf in het beleg van Acre 1191. volgens Rogier Hoeden, en liet uijt zijn huisvrouw, waar van de naam onbekend is, na
1. JAN Heere van HANGEST die de hoofdtak heeft voort gezet, de welke na grote diensten aan de Koningen en den Staet gedaan en aanzienelijke vermaagschappen, met de Geslachten van MONTMORENCY, LEVIS,
GARLANDE, PEGGINGNY, ARZILLIERS, NESLE, BEAUMONT ROYE, CEARN, MONTBEZAN, MAILLY &c. aangegaan te hebben, in het begin der 15. Eeuw, is uijtgestorven.
2. Aubert (die volgt)
II. Geslagt.
AUBERT VAN HANGEST Heer van GENLIS, Neuville le Roy &c. gaf omtrend den Jaere 1188. de Magistraetsbestelling van den Burgt van Neiville aan de Abdy van St. Lucien van Beauvais, met toestemming van zijne huisvrouw, en komt voor in eenige Chartres van de Abdij van Orcamp, van den Jaaren 1186. en in een ander van de Kerk van St. Quintin 1193.
Huijsvrouw COMTESSE gaf haare toestemming aen de Gifte, welke haar man in 1188. deed aan de Abdij van St. Lucien.
1. Aubert (die volgt.)
III. Geslagt.
AUBERT VAN HANGEST Hr. van GENLIS, bezat ook de goederen van St. Pierre, eerste Baronnie van Normandije, door de Gifte welke hem daar van in 1204. gedaan wierd door Koning Philippus Augustus, welke het geconfiskeerd had op Robbert van Paissy, om dat hij de partij gehouden had van Jan, Koning van Engeland: hij onderteekende het zelve jaar het tractaat dat de Stad Rouan maakte, wanneer zij onder de gehoorzaamheid des Konings wederkeerde — hij komt voor in eenige Chartres van de Abtdij van Orcamp 1211. en stigtte dat zelfde jaar een Gasthuis in zijne Heerlijkheid van Genlis.
Huijsvrouw ELISABETH VAN CHATILLON, jongere dochter van Gaucher Heere van Chatillon en van Elizabeth Gravinne van St. Paul.
1. Aubert (die volgt.)
2. JAN Heere van GENLIS, stelde ln 1245. Geestelijke Susters in het Gasthuijs, dat zijn Vader en Moeder gesticht hadden, en bekwam daar voor de titul van Abtdij onder de bescherming van St. Elizabeth, ’t welk het jaar daar aan door den Koning wierd bevestigt.
IV. Geslacht.
AUBERT VAN HANGEST Heere van GENLIS, Pont St. Pierre &c. was een der Heeren welke den Koning in 1236 ontbood om zig gewapend te vinden tot St. Germain in Laije, drie weken na Pinxteren en te Chinon daags na het Octaaf van Paasschen 1242.
Huijsvrouw MARIA VAN ROYE dochter van Raoull van Roije, Heere van La Terte, zij was 1250. hertrouwd aan Burchard van Vendosme.
1. Aubert ( die volgt.)
2. N… VAN HANGEST GENLIS, huivrouw van Jan Heer van Wallencourt in 1272.
V. Geslacht.
AUBERT VAN HANGEST Heer van GENLIS was in 1259. onder de opzigt van de Gravinne van Vendosme, zijn Moeder.
Huisvrouw ISABELLA VAN TANCARVILLE Vrouwe van Fontaines, dochter van Willem Heere van Tancarville, Kamerheer van Normandijen.
1. Aubert (die volgt.)
2. LAUNE VAN HANGEST GENLIS verkreeg een Arest van ‘t Parlement in 1280.
VI. Geslacht.
AUBERT VAN HANGEST Heere van GENLIS, Pont St. Pierre, Fontaines, Hugueville &c. toegenaamd de Groote, diende de Koning in wapenen tegens de Vlamingers in 1296 en 1297. Hij wierd in 1299. gezonden naar Gascogne: in 1301. naar Engeland en Schotland, in 1315 en 1316. gaf de Koning hem rentebrieven op zijn tresoor, in erkentenis der Diensten die hij en zijn Vader hem beweezen hadden. Hij kreeg last den 12 Decemb. 1318. zig te Parijs te bevinden om tegen de Vlamingers op te trekken, en den 12 Januarij daar aan volgende om zig met den Bisschop van Mende en de Graaf van Clermont naar Corbije te begeeven, om van Vreede te handelen tusschen de Gravin van Artois en de Edelen van haer Land: de Koning gaf hem bij brieven van 17 Aug. 1328 de tollen welke zijn Vasallen aan den Koning zouden hebben moeten betalen, ten einde hij zig zoude kunnen uitrusten, om Hem in den tocht van Vlaenderen te kunnen dienen. Hij was 1329 overleden en is onder eene Verheevene tombe begraven in de Abdij van Genlis.
Huijsvrouw AGNES VAN BRUYERES Weduwe van Robbert, Heere van Argies en Suster van Thomas, Heere van Bruijeres.
1. AUBERT VAN HANGEST Heere van GENLIS, Pont St. Pierre &c. gestorven op St Micchiel 1338. sonder kinderen te verwekken, bij JOHANNA VAN JOINVILLE Vrouwe van Rimancourt, dochter van Anzel, Heere van Joinville en van Laure ven Sarrebrucht.
2. Jan (die volgt.)
3. MATTEUS VAN HANGEST-GENLIS, hoofd van de branche der Heeren van Taule, Villers en Hugneville, de welke na aan Frankrijk een Grootmeester van de Arbaletiers (tegenwoordig Artillerie) gegeven en vermaagschap aangegaan te hebben, met de Geslachten van BOVE, HARCOURT, ROCHEROLLES, &c. uitgestorven is, in ’t begin der 15de Eeuw.
4. ELEONORA VAN HANGEST-GENLIS, Huisvrouw van Raoul le Flament Hr. van Canij, Zoon van Raoul le Flament Maarschalk van Vrankrijk.
5. JOHANNA VAN HANGEST-GENLIS, Vrouwe van Beaulieu, wiens huwelijk onbekend is.
VII. Geslacht.
JAN VAN HANGEST, Heere van GENLIS, Magny &c. diende in de belegering van Bovines, 1304, met een Ridder en tien Knapen.
Huijsvrouw MARIA VAN VIGNEMONT.
1. AUBERT VAN HANGEST-GENLIS, gesneuvelt in de slag van Brignais bij Lion 1361. sonder kinderen te verwekken bij ADA VAN MAILLY, welke hertrouwde aan Jan van Nesle Heer van Offremont.
2. JAN VAN HANGEST-GENLIS, Ridder, Kamerheer van den Koning, welke hem 600 ff renten gaf voor zijne trouwe en goede diensten, bij brieve van 4. Junij 1390.
3. Matteus (die volgt.)
4. AUBERT VAN HANGEST-GENLIS Heere van Tresnoy, diende in den Oorlog van Vlaenderen, van Normandije en Bretagne in 1378, 79, 80 en 83. en stierf sonder kinderen na te laten van JOHANNA VAN HEILLY, zijne huisvrouw.
5. YOLENTE van Hangest-Genlis was 1344. gehuwt aan Matteus Heere van Roije en Germigny.
VIII. Geslacht.
MATTEUS VAN HANGEST, Heere van GENLIS, Magny en Tresnoy, diende met zijn Volk in de belegering van Honfleur, onder Lodewijk van Harcourt, Lieutenant des Konings in Normandijen, in de maand September 1357. en onder den Graaf van Tancarville in 1364. in de belegering van Bourbourg in de maand van August. 1383. hij had onder zijn gevolg een Ridder en zeven Knapen. Hij was Capitein (nu Gouverneur) van Fontaine le Chatel in 1389, en leefde nog 1397.
Huijsvrouw JOHANNA VAN SOTECOURT Vrouwe van Merscourt, dochter van Gillis Heere van Moij en van Agnes van Theanges.
1. Jan (die volgt.)
2. AUBERT van Hangest-Genlis, gestorven in Barbarijen.
3. Matteus van Hangest-Genlis, wiens geboorte onbekend is.
IX. Geslacht.
JAN VAN HANGEST, Heere van GENLIS &c. was Capitein (nu Gouverneur) van de Stad Chauny, 11. Decemb. 1411. het was door zijne tussenkomst dat de Stad Noijon zich aan den Koning en den Hertog van Bourgondien onderwierp in de ontmoeting bij Mons en Vinieu in 1431. en stierf het zelfde jaar.
Huijsvrouw MARIA VAN SAREBRUCHE, dochter van Aime, Heere van Commercy en van Maria van Chateau Villain, Vrouwe van Louvois, dewelke Weduwe zijnde, hertrouwde aan Gaucher van Rouvroy, Heere van St. Simon.
1. Jan (die volgt.)
X. Geslacht.
JAN VAN HANGEST Heere van GENLIS, Abecourt, Magny &c. Baillieu van Evreux, Ridder, Raad en Kamerheer van den Konink Carel de VII. aan wiens Hof hij steeds was van 1446 tot 1459. en van wien hij veele giften en vergeldingen bekwam; Hij diende dien Vorst in de Herneming van Normandijen, deed hem hulde in 1432, en ontvong een pensioen van 2000 ff op de Generale ontfangst van Normandijen in 1479 en 1480. Hij word genoemt Jan van Hangest, Ridder, Heere van Genlis, Raad en Camerling van den Koning, Capitein van Rouan, syn Baillieu en Capitain van Evreux, in eene quitantie gegeven den 4 Meij 1479. aan den Ontfanger der Domeinen van Evreux van 275 ff. Zij is bezegelt met een Zegel in rode wassche met de wapenen van Hangest, zijnde een Kruijs beladen met vijf Schulpen, Supports twee Wildemannen, Cimier een Helm, waar uit een menschen hoofd komt. Hij stierf in 1490. en wierd te Rouan, ten Celestijnen begraven.
Huijsvrouw MARIA VAN AMBOISE, dochter van Pieter Heere van Chaumont en van Anna van Bueil.
1. JACOB VAN HANGEST, Heere van GENLIS, Magny, Taule en Melicourt, Raad en Camerling des Konings, hij wierd als Gijzelaer gegeeven aan Ferdinand Koning van Arragon, door den Graaf van Montpensier, testeerde 15 Junij 1500, deed een reijze naar Jerusalem, en wedergekeerd zijnde wierd hij in gezandschap gezonden naar Carel Aertshertog van Oostenrijck in 1514. Hij verwekte bij zijne huis vrouw JOHANNA DE MOY maar eene dochter.
a. HELENA VAN HANGEST, Vrouwe van Magny, trouwde Artus van Gouffier, Hertog van Roannois, Grootmeester van Vrankrijck.
2. CAREL van Hangest-Genlis, Abt van St. Eloy, vervolgens Bisschop en Graaf van Noïon, Pair van Vrankrijck, gestorven 19 Junij 1528.
3. Adriaan (die volgt.)
4. LOUIS VAN HANGEST-GENLIS, hoofd van de tak der Heeren van MONTMOR en van MOYENCOURT, uitgestorven in het midden der 16de Eeuw.
5. MARIA van Hangest-Genlis, getrouwt aan François van Lannoy, Heere van Morvilliers en Tollevillen.
6. JOHANNA van Hangest-Genlis, getrouwt met Jan Heere van Humieres.
XI. Geslacht.
ADRIAAN VAN HANGEST Heere van GENLIS, Ridder, Raad en Kamerling van den Koning, Baillieu en Capitain van Evreux en van ’t Casteel de Louvres te Parijs, bij brieven van 19 Aug. 1512. Groodschenker van Vrankrijk: diende de Koningen Carel den VIII., Lodewijk de XII. en François den I. gaf verscheide Quitantien in 1501, 1511 en 1520. van zijne Appointementen, bezegelt met zijn Zegel, waarop staat een Kruijs beladen met vijf Schulpen, hij stierf voor den 16 Oct. 1532.
Huijsvrouw CLAUDE DU MAS, dochter van den Heer van L’Isle Bannegon, zij stierf den 5 Januarij 1532.
1. JAN van Hangest-Genlis geboren 1506. verkore Bisschop van Noïon, Pair van Vrankrijk, na zijn Oom in 1525.
2. FRANÇOIS VAN HANGEST Heere van GENLIS, Edelman van ’s Konings Kamer, Capitain van het Casteel de Louvres den 14 April 1543. en 12 Maart 1548. Hij woonde de meeste oorlogen van zijnen tijd bij in Italien en Vlaenderen. doch eindelijk de Protestantsche gevoelens omhelst hebbende, was hij een der Hoofden der Religionaires en van de partij van den Prins van Condé, wierd Collonel van hunne Infanterie, en was te gelijk een aanhanger van de partij welke zig in de Nederlanden, tegens de Koning van Spanje ontwikkelde, hij stierf te Straatsburg A°. 1569. sonder kinderen te verwekken bij zijne huisvrouw VALENTINE DE URSINS.
3. JAN van Hangest-Genlis, gezegd de JONGE GENLIS, distingueerde zig in de slag van Cerisoles, en werd in 1544. gedood in een uitval dien hij deed uit Chalons, waar in hij zig geworpen had, op het dóórtrekken van den Keiser.
4. Jan (die volgt.)
XII. Geslacht.
JAN VAN HANGEST-GENLIS - gezegd D’YVOY, ter onderscheiding van syn Broeder Jan, en naar de Heerlijkheid van dien naem, wierd ook Heer van Genlis, na de dood van zijn broeder François, doch zonder in het bezit ’er van te komen; gelijk zijn broeder, had hij de leer der hervorming omhelst, en hield opentlijk de zeide der Religionisten in Vrankrijk, voor de welke hij gedurende 20 dagen in 1562. de Stad Bourges, tegens 's Konings troepes verdeedigde, maar eindelijk gewonnen (zo als sommige willen) door de vlijerijen van het Hof, gaf hij dezelve over, en vertrok naar zijn huijs, dan weinig tijd daarna voegde hij zig weder bij dezelve, vertrok eindelijk naar de Nederlanden, doende veel voordeel aan de partij des Prince van Orange, voor dewelke hij zig in 1570. van Valenciennes meester maakte, en door de relatien welke hij onder de Protestanten in Vrankrijk had, en door de naem die hij zig onder het Leger van den Prins van Condé had verworven, bragt hij veel toe tot het bekomen van Volk voor het leger van den Prins van Orange, voor welke partij hij dan ook met Graaf Jan van Nassau in 1572, na Vrankrijk reisde, om onderstand van troepes te bekomen, waar in hij in zoo verre slaagde, dat hij met eenig volk dat zelfde jaar, noch kwam afzakken, om de Stad Bergen in Henegouwen, door de Spanjaarden beleegert, te ontzetten, doch door de geheime intrigues van het Hof van Vrankrijk, ter verdelging van het protestantendom, wierd hij ’er een der eerste slagtofteren van, en als de voorboden van de daarop gevolgde St. Barthelemi, vermits hij, door de trouwloosheid zijner Gitsen, bij eene hinderlage der Spanjaarden geleid, gedeeltelijk door de zijne wierd verlaten en zelfs gevangen gemaakt en op het Casteel te Antwerpen gebragt, alwaar die wreede vervolgers der Gereformeerde hem tegens het regt der volkeren aan, hebben vermoord, en dus een gelijke lot, als zijne landgenoten, heeft ondergaan.
Huijsvrouw JOHANNA VAN BOUCARD dochter van François, Ridder, Heere van Boucard, Groodmeester van de Artillerie van de Religionaire Armé en van Maria van Martigny, ingevolge huwelijks Contract van 19 April 1562. te Bourges opgericht, waar aan waren aan zijne zeide hij zelfs, en van haar zijde, François van Boucard, Heere van Boucard en Maria van Martigny hare Vader en Moeder.
1. Nicolaas (die volgt.)
XIII. Geslacht.
NICOLAAS van Hangest-Genlis, gezegt D’YVOY; het protestantendom blijvende toegedaan, wierd aangezien de diensten welke zijn Vader en Oom, de zaken des Prince van Orange hadden aangebracht, door dezelve in de Nederlanden bevorderd; den 13 Meij 1593, gaf hij quitantie van een gedeelte geld, dat hij ontving van een huijs, verkogt door zijn Vader, staende te Bourges, waar in hij zig noch betijtelt Heere van Genlis en van Yvoy, schoon hij deeze beide goederen nimmer weder is kunnen magtig worden: Hij was in 1600 reeds Capitain, bragt veel toe tot de Overgave der Forten Crevecoeur en St. Andries, van welk laatste de Origineele Capitulatie noch onder de Famillie berust, commandeerde vervolgens in de Willemstad en was in 1629. Collonel in ’s Lands dienst, hij overleed in 1635 of 1636. Zijnde begraven in de Kerk van de Willemstad, onder eene Zark, waarop zijn en zijns huijsvrouws Wapenen en Wapen Quartieren zijn uitgebeeld, zijnde het zijne een gedeelt Schild, houdende in het bovenste gedeelte, drie opstaende pijlen, in het onderste een Molenyser, en tot hart Schild of sur le tout, een Kruijs beladen met vijf Schulpen; So als ook is het eerste Quartier, met het opschrift Hangest en voor ’s Moeders vierendeel, drie Leeuwen met het opschrift Boucard: het Vrouwe Wapen zijn 9 Lelien, so ook het eerste Quartier met het opschrift, Glabbeeck en het tweede een Schild, Kruyswijze gedeelt, met het opschrift Coopmans: hebbende tot randschrift: Hier leyt begraven de wel edle Eerntfeste Niclaes Genlis van Ivoi, Heer Jansz. die sterft den 20
Desember Ao. 163 ….. rtruyde van Glabbeeck Tielemans-dochtr die sterft
20 July 1643.
Huijsvrouw GEERTRUYDE VAN GLABBEECK, dochter van Tieleman van Glabbeeck en van Josina Coopmans, ingevolge huwelijkse voorwaarde gesloten te Asperen 11 April 1619, waaraan waren aan zijne zijde Rutger Wessel van den Boetzelaer Heere van Asperen en Lodewijk van Chatillon, Heere van Chatillon, en van hare zijde Tieleman van Glabbeeck, Costijn van Essen en Carel van Seldenack, en voltrokken den 20 Meij 1619. Zij sterft 20 Julij 1643.
1. Maximiliaan (die volgt.)
XIV. Geslacht.
MAXIMILIAAN van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, geboore en gedoopt te Asperen den 14 Junij 1631. was al zeer jong, Capitain in dienst van de Staten der Vereenigde Nederlanden, wierd vervolgens door de Prince van Orange gebruikt in het Prinsdom van dien Naem, hij was in 1660. Lieutenant Gouverneur aldaar onder den Gouverneur en Capitain Generael Grave van Dhona, wierd in 1666. Ingenieur en Inspecteur Generael in alle de Domainen van het Huijs van Orange; de Republiek van Geneve droeg hem in 1664 op, het versterken en verbeteren van hunne Stad, werdende om zijne moeitens en goed beleid, als mede om zijne trouwe diensten, door dezelve met eene Goude Penninck tot zijner eere gemaakt, beschonken en te gelijk aan hem en zijne Zoonen, en alle verdere mannelijke descendenten, zo wettige als natuurlijke, erflijk en ten eeuwige dagen het Burgerrecht gegeeven: in 1673. wierd hij aangesteld tot Quartiermeester Generael van de Legers van de Staten der Vereenigde Nederlanden, distingueerde zig zeer in de beleegering voor de Graav, waarom zijne Hoogheid het pensioen dat hij en zijn Vader reeds voor hem op de Domainen van Bourgondien had, ook na zijn dood aan zijne huisvrouw schonk, en de Survivance van zijne Compagnie, op een zijner twee Zoonen, met de dadelijke aanstelling tot Capitain voor den Oudste Thomas Fredrick, toen maer 10 jaeren oud. Hem teffens aanstellende tot Canonick in den Capittule van Wijck bij Duurstede, terwijl hij door Haar Hoog Mog. met een geschenk van drieduijsend guldens wierd vereerd. Hij stierf op zijne terugreise uit Zwitserland in zijn Jacht, liggende voor Keulen 14 of 24 Decemb. 1686. Zijnde ter dier tijd, Quartiermeester Generael van de Legers, Collonel van de Infanterie, Inspecteur Generael van ’s Lands Fortificatien, Commandeur van Schenkenschans &c. &c. Hij legt begraven tot Schenkenschans, hebbende in zijn leeven, verscheidene Goude Keetenen met kostelijke portraitten en andere kostbare geschenken van onderscheide Mogenheden, voor zijne krijgskundige diensten, ontvangen.
Huijsvrouw HENRIETTE BROUËRS dochter van Thomas Brouërs, Commandant op het Casteel van Orange en van Maria Bouchat, ingevolge huwelijksche voorwaarden, gesloten op het Casteel te Orange den 16 Februarij 1660. waar aan waren aan zijne zeijde, Willem Hendrik van Glabbeeck, zijn Oom van Moeders zijde en Fredrick, Burggrave van Dona zijn Neef van Vaders zeijde, en van hare zijde Thomas Brouërs haar Vader, Jacob van Bouchat en Hendrik van Drevon, Ridder, haar Oom en Neef van Moeders zeijde; waar van de huwelijks proclamatien geschied zijn tot Orange en het huwelijk voltrokken tot Copet bij Geneve 20 Junij 1660, zij sterft tot Nimweegen, oud 66. jaeren den 10 Januarij 1699. alwaar zij in de grote Kerk begraven is.
1. FREDRICK, geboore te Geneve 22 April en gedoopt 17 Mey 1661. N. S. gestorven 4. Decemb. 1662.
2. Fredrick Thomas (die volgt.)
3. MARGRIETA, geboore te Geneve den 2 Maart en gedoopt den 6 April 1664.
4. JACOB, geboore en gedoopt te Geneve 8 January 1666, gestorven 16 July 1668.
5. GASPAR SAMUEL, van Hangest-Genlis, gezegt D’YVOY, geboore en gedoopt tot Geneve den 27 Sept. 1667. hebbende tot Peeters gehad, Hans Gaspar Hirtzel, Stadhouder en Ambassadeur van het Canton van Zurich, Samuel Frischen Baenderheer en Ambassadeur van het Canton Bern. Hij trouwde den 18 December 1713. MAGDALENA VAN VOORBURG, dochter van Jan van Voorburg, Hoofdschout der Stad Rotterdam en van Johanna Tromp, hij stierf zonder kinderen te verwekken den 14 Jan. 1729. zijnde ter dier tijd, Collonel van de Infanterie, Quartiermeester Generael, en Commandeur van Crevecoeur &c. legt begraven in de Capel tot Nieuland: Zijne Weduwe hertrouwde de Baron Reck van Mulhausen.
6. ANNA MARIA, van Hangest-Genlis, gezegt D’YVOY, geboore te Geneve den 24 Juny en gedoopt den 3 July 1669. trouwde den 5 Maart 1694, te Eyburge buiten Nimwegen ZACHARIAS GUICHENON DE CHATILLON, Capitain der Mineurs en Ingenieurs ten dienste der Vereenigde Nederlanden, hij overleed in den Haag den 24 Maart 1706.
7. MAGDALENA, gebore te Geneve den 27. en gedoopt den 30 Nov. 1670. gestorven tot Aken.
8. JOHAN NICOLAES, gebore te Geneve 26 December 1671. gedoopt 6 January en gestorven 8 Mey 1672.
9. ANNA GEERTRUDA, gebore te Geneve 30 Mey en gedoopt 3 Juny 1673, gestorven tot Aken.
XV. Geslacht.
FREDERICK THOMAS van Hangest-Genlis, gezegt D’YVOY, Heere van Bijnderen en Spreeuwestein, gebore te Geneve den 18 Febr. en gedoopt den 1 Mey 1663. hebbende tot Peters en Meeters gehad de Graaf Frederick van Dona, deszelfs huijsvrouw Esperance de Terrassiere Montbrun, en syn Groodvader Thomas Brouërs: op zijn 10 jaer was hij reeds Capitain, wierd in 1704. Collonel van een Regiment Infanterie, in 1709. Generael Major, in 1712. Gouverneur van het Land en de Stad van Quesnoy, voor de Staten der Vereenigde Nederlanden, welke plaats kort daar aan door de Fransche weder beleegerd zijnde, bij hem, ofschoon de werken bij het laatste beleg veel geleeden hebbende tot het uiterste is verdeedigt, so dat hij gedurende hetzelve is verpligt geweest, papiere noodmunt te doen slaen, bestempeld met zijn wapens. In 1715. wierd hij Commandeur van de Stad ’s Hertogenbosch en onderhorige Forten, en wierd in 1718. Quartiermeester Generael van de Legers van de Staten der Vereenigde Nederlanden: hij overleed in ’s Hertogenbosch, den 24 October 1727. zijnde begraven in de Capel tot Nieuland.
Huijsvrouw JOHANNA ALIDA VAN DER HORST, dochter van Pieter van der Horst, in zijn leeven Raad en Advocaat Fiscaal van de Admiraliteit te Rotterdam en van Alida Maria Kievit: ingevolge de huwelijksche voorwaarde gesloten te Rotterdam 19 Novemb. 1705. waar aan waren aan zijne zijde, hij zelfs meerderjarig en van haare zijde Johanna Maria Tromp, Vrouwe van Nieuwland, Douairiere van wijlen Cornelis Gans, in zijn leven Ridder, Baronnet, Heere van Nieuland, Bommerade en Bloijs: zo voor zig als oude Moeije, als representerende des jonkvrouwes Moeder, Maria Kievit Weduwe van der Horst; Maria van der Horst en Elisabeth Verschure, haere Moeije en oude Moeije. — Het huwelijk is voltrokken binnen ’s Hage den 10 Decemb. 1705. Zij overleed in ’s Hertogenbosch den 24 Oct. 1717. oud 35 jaaren 5 maanden. Zij was de Erfdochter van het laatste mansoir van de Famillie van VAN DER HORST, gesproten uit een Adelijk Geslacht van den Gestichte van Utrecht, en in 1663. den 20 October door Lodewijk den XIV. meede gestelt onder de Edelen van Vrankrijk ; zijnde het Wapen van dat Geslacht, met haar Vader tot Rotterdam begraven en weder opgenomen bij haere kinderen, welke het haere daarmeede gevierendeelt gevoerd hebben.
1. HENRIETTE MARIA, geboore tot ’s Hertogenbosch den 14 en gedoopt den 16 Novemb. 1706. gestorven tot Breda den 23 Maart 1788. en den 29. daar aan in de Capel tot Nieuland begraven.
2. ISABELLA HENDRIETTA, geboore tot ’s Hertogenbosch den 7, gedoopt den 9 en gestorven den 21 January 1710. begraven in de Groote Kerk aldaar.
3. PAULUS HENDRIK JUSTUS van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, Heere van Bijnderen en Spreeuwestein, gebooren en gedoopt tot ’s Hertogenbosch den 29 January 1713. hebbende tot Peeters en Meesters gehad, Hendrik van Utenhove Heere van Amelisweerd; Elisabeth Verschure, benevens de Heer en Vrouwe van Groelard. Hij trouwde den 7 October 1745. tot Rotterdam, ALIDA VAN BERCKEL, dochter van Willem van Berckel, Burgemeester der Stad Rotterdam; en van Alida van Hoogendorp. Hij overleed tot Zwoll den 29 Novemb. 1779. zonder kinderen.
4. CORNELIA van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, geboore tot ’s Hertogenbosch den 16. en gedoopt den 18 Sept. 1714. hebbende tot Meeter gehad de Vrouw van Nieuland. Zij trouwde den 19 Septemb. 1736, JAN FLORIS Grave van Nassau LA LECQ, Zoon van Maurits Grave van Nassau la Lecq en van Elisabeth Gravinne van Nassau Odijk, ingevolge huwelijkse voorwaerde van 3 Sept. 1741, waar aan waren aan haer zijde, Henrietta Maria en Paulus Hendrik Justus haer Broeder en Suster, en aan zijn zeide Maurits Grave van Nassau, zijn Broeder. Zij stierf den 7 Nov. 1744. op Schoonoort bij Doorn, en is begraven te Ouderkerk.
5. ELIZABETH, gebore tot ’s Hertogenbosch den 22. en gedoopt den 23. Junij en gestorven den 5. Julij 1716, begraven in de Groote Kerk aldaer.
6. Maximiliaen (die volgt.)
XVI. Geslacht.
MAXIMILIAEN van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, geboren tot ’s Hertogenbosch den 28. en gedoopt den 30. Julij 1717. hij wierd in 1751. Raad in de Vroedschap der Stad Utrecht en bekleede weegens dezelve verscheidene zo Provinciale als Stads Commissien; hij legde zijn Raadsplaats neder in 1781. en overleed binnen Utrecht den 9 Maart 1783, begraven in de Capelle van de Famillie van de Leeuw, in St. Jacobs Kerk te Utrecht.
Huijsvrouw ANTONIA LOUISA DE LEEUW, dochter van Daniël de Leeuw, Decan van den Capittule St. Pieter te Utrecht, Geëligeerde Raad in het Eerste Lid der Regeringe ’s Lands van Utrecht, en weegens het zelve, Ordinaris Gedeputeerden van de Staten &c. en van Cornelia Henrietta van Weede, ingevolge huwelijksche voorwaarde gesloten binnen Utrecht den 28 Sept. 1741. waar aan waren aan zijne zeijde Johan Floris Grave van Nassau zijn Swager, en aan haer zeijde, Vrouw: Cornelia Henrietta van Weede Douairiere de Leeuw &c. haer Moeder en Voogdesse het huwelijk is voltrokken binnen Utrecht den 15 October 1741.
1. Paulus Hendrik Justus (die volgt.)
2. DANIËL CORNELIS EGBERT van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, geboore 1 Sept. 1744. en gedoopt tot Utrecht, wierd den 7 Febr. 1777. Capitain Lieutenant in het Regiment Hollandsche Gardes te paard, met rang van Lieut. Collonel in 1790. wierd hij Collonel van de Cavallerie.
Huijsvrouw MARIA SYBILLA VOET VAN WINSSEN, dochter van wijlen Paul Engelbert Voet van Winssen, Raad in de Vroedschap der Stad Utrecht en van Adriana van Halm, ingevolge huwelijksche voorwaarde gesloten binnen Utrecht den 30 Septemb. 1773. waar aan waren aan zijne zeijde, Maximiliaen d'Yvoy en Antonia Louisa de Leeuw zijn Vader en Moeder en van haer zeijde, Adriana van Halm Weduwe van Mr. Paul Engelbert Voet van Winssen, haer Moeder en Voogdesse. Het huwelijk is voltrokken in de Kerk van de Bild bij Utrecht den 18 Oct. 1773.
a. MAXIMILIAEN LOUIS, geboore op Zandwijk bij de Bild den 13. en gedoopt tot Utrecht den 18 Sept. 1774. wierd 1791. Cornet met rang van Lieutenaut in het Regiment Holl. Gardes te paerd.
b. PAUL ENGELBERT, geboore den 20. en gedoopt den 25. Augusti 1776. tot Utrecht.
c. JACOB JAN geboore den 14. en gedoopt den 21 Maart 1779. tot Utrecht.
d. GERLACH FREDERICK, geboore den 14. gedoopt 27 October 1782. tot Utrecht en gestorven den 9 January 1783. begrave in de Jacobi Kerk.
e. SUSANNA WILHELMINA, geboore den 25 Decemb. 1783. en gedoopt den 11 January 1784. tot Utrecht.
3. EGBERT MARIE FREDRICK, geboore den 6. en gedoopt den 10 February 1746. tot Utrecht. Hij wierd den 3 April 1786. Ontfanger weegens de Admirialiteit, residerende te Amsterdam, in de Provincie van Utrecht.
4. FREDERICA JOHANNA van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, geboore den 16. en gedoopt den 19 Septemb. 1747. tot Utrecht: Zij trouwde den 23 January 1764. GERLACH THEODORUS VAN DER CAPELLEN, Heere van Schonauwe, Houten, ’t Gooy &c. Beschreven onder de Edelen en Ridderschappe ’s Lands van Utrecht &c. Zoon van Gerlach van der Capellen, Heere van Mijdrecht &c. en van Catrina de Leeuw, haar volle Neef.
5. JOHANNA HERMINA van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, geboore tot Utrecht den 2 en gedoopt den 9 April 1751. Zij trouwde 1 October 1770. MAURITS CAREL VAN UTENHOVEN, Heere van Bottestein, Amelisweerd &c. Beschreeven onder de Edelen en Ridderschappe ’s Lands van Utrecht &c. Zoon van Jacob van Utenhoven, Heer van Bottestein en van Wilhelmina Scheepers. Hij stierf den 19 Maart 1780. begraven tot Bunnick.
6. MAXIMILIAEN LOUIS, geboore tot Utrecht den 26 Augustus en gedoopt den 1 Sept. 1753. wierd den 10 April 1779. Lieut. Collonel van de Infanterie en Capitain Commandant in het Regiment Hollandsche Gardes te voet.
7. CORNELIS FREDRICK, geboore tot Utrecht den 13. en gedoopt den 16 Sept. 1758. wierd den 10 April 1779. Capitain van de Infanterie en Lieutenant in het Regiment Hollandsche Gardes te voet.
8. CATARINA FREDERICA CORNELIA, geboore tot Utrecht den 20. en gedoopt den 23 Sept. 1770.
XVII. Generatie.
PAULUS HENDRIK JUSTUS van Hangest-Genlis, gezegd D’YVOY, geboore tot Utrecht den 14. en gedoopt den 19 Aug. 1742. hij wierd den 12 October 1781. in plaatse van zijn Heer Vader, Raad in de Vroedschap der Stad Utrecht.
Huijsvrouw HENRIETTA ELISABETH DE RUYTER, dochter van wijlen Hendrik Jan de Ruyter en van Wynanda Cappel: ingevolge huwelijksche voorwaarde, gesloten den 8 November 1781. alwaar het huwelijk is voltrokken den 25 Novemb. van ’t zelfde jaar.
1. MAXIMILIAEN LOUIS MARIE van Hangest-Genlis gezegd D’YVOY, geboore tot Utrecht den 31 Augustus en gedoopt den 4 Sept. 1784.