eene bekende Rivier in de Nederlanden, in ‘t Latijn Vahalis genaamd, is een tak of arm van den Rhijn, die bij 's Graavenweert of Schenkenschans zich in twee armen verdeelt: waar van de eene, Noordwaarts stroomende, den ouden naam behoudt, doch de andere, Westwaarts afdwaalende, dien van Waal aanneemt. Zodanig was de aloude afscheiding deezer Riviere van haare hoofdbron; Doch, zedert men, omtrent den aanvang der tegenwoordige Eeuwe, eene doorgraaving heeft gemaakt bij het Dorp Pannerden, gemeenlijk het Pandersche Gat genaamd, om daar door den Rhijn van dies te overvloediger water te voorzien, geschiedt de gemelde scheiding twee uuren gaans meer benedenwaarts.
Thans afzonderlijk, met eenen snellen vaart, voortloopende, stroomt de Waal na Nijmegen, voorts na Thiel, en vervolgt haaren loop langs de Bommelerwaart; alwaar zij zich, voor een korten tijd, met de Maaze vereenigt, doch zich straks wederom van dezelve afscheidende, nevens de straks genoemde Rivier, het kleine Eiland van Bommel formeert, aan welks einde de Waal, tusschen het Kasteel Loevestein en de Stad Gorichem wederom in de Maaze valt, om vervolgens te gader haaren naam te verliezen, en dien van Mervede aan te neemen. Omtrent de hoedanigheid deezer Riviere hebben wij alleenlijk aan te merken, dat zij, langs heenen, tusschen vaste oevers, met eene altoos snel afloopenden vaart, voortstoomt, en overal eernen vasten kleibodem heeft; als mede, dat haare oevers, alomme met grienten van Waterwilligen,en met hooge rietakkers bezet zijn.