Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

VULCANIUS, BONAVENTURE

betekenis & definitie

een zeer vermaard Taal- en Oudheidkundige, wierdt in den Jaare 1538, te Brugge in Vlaanderen, gebooren. Zijn Vader, PETRUS VULCANIUS genaamd, die zelve een geleerd man was, en bij DESIDERIUS ERASMUS in hooge agtifig stondt, was zijn eerste leermeester, in de Grieksche en Lattijnsche taalen.

Op zijn zestiende jaar wierdt hij na het Hoogeschool te Leuven gezonden, om ’er zich verder in de taalkennis, en andere aigemeene kundigheden te oeffenen. De oude VULCANIUS was nog niet vast beraaden, of hij zijnen Zoon tot de Geneeskunde of tot de Regtsgeleerdheid zoude opleiden. Terwijl VULCANIUS zijne letteroefeningen te Leuven vlijtig voortzette, kwam aldaar de tijding, dat de Kardinaal FRANCISCUS MENDOZA, Bisschop van Burgos, in Spanje, eenen Jongeling zogt, in de Grieksche en Latijsche taalen ervaren, om den Kerkvoogd, die niet zeer taalkundig was, eenige onderrigtirgen te geeven. Deeze post VULCANIUS zijnde aangebooden, aanvaardde hij dien met biijdschap, zeer verheugd ziinde over de gelegenheid om Spanje te kunnen zien. Te lande ondernam hij de reize derwaarts, in den Jaare 1559. De Kardinaal, onzen Jongeling met veele teekenen van agtinge te Butgos ontvangen hebbende, benoemde hem straks tot zijnen Geheimschrjver en Opziener zijner Bekerije. Voorts bediende hij zich inzonderheid van de taalgeleerdheid van VULCANIUS, tot het vertaalen van zulke plaatzen uit de Grieksche en Latijnsche Kerkvaderen, van WIE de Kardinaal wilde gebruik maaken, in een Werk, welk hij thans onder handen hadt, en voorneemnens was in ’t licht te geeven, over de natuurlijke vereeniging met Christus door het waardig gebruik des heiligen Avondmaals. Voorts schreef bij ook veele brieven voor den Kardinaal, eerst in het Latijn, en vervolgens ook in het Spaansch. Naa het overlijden van den Kardinaal, tradt VULCANIUS in dienst van deszelfs broeder, FERDINANDUS MENDOZ£A, Aardsbisschop van Toledo.

Deeze, niet lang daar naa, insgelijks overleeden zijnde, wierdt VULCANIUS thuis ontbooden, door zijnen Vader, wiens gezondheid zeer verzwakte. Naa eene uitlandigheid van ruim elf jaaren, keerde hij te rug na zijn Vaderland. Bij zijne wederkomst was zijn Vader reeds overleeden. En vermits de zaaken in de Nederlanden thans zeer verward stonden, begaf hij zich na Duitschland, en zette zich te Keulen neder. Hier vertaalde hij de Werken van verscheiden Grieksche Kerkvaderen, die nog nooit het licht gezien hadden, in het Latijn, en liet ze vervolgens drukken. Van Keulen vertrok VULCANIUS, naa verloop van eenigen tijd, na Zwitserland, alwaar hij zich een tijd lang te Basel en te Geneve ophieldt, en verscheiden Boeken in het licht gaf. Uit Zwitserland begaf zich VULCANIUS, door Vlaanderen, na Holland.

Hier wierdt hem, door de Bezorgers van het onlangs opgerichte Hoogeschool te Leiden, de post van Hoogleeraar in de Grieksche taal aangebooden dien hij ook met genegenheid aanvaardde. Dit viel voor in den Jaare 1578. Met veel lof bekleedde hij dien post, geduurende den tijd van tweeëndertig jaaren. Naa verloop van dezelve bekwam hij zijn ontslag, met behoud van zijne jaarwedde. Verval van lichaamskragten, en gebreklijkheid aan verscheiden zintuigen schijnt daar toe de aanleiding gegeeven te hebben. Dit mag men afleiden uit het volgende vierregelig vaers, welk hij op hem zelven dichtte.

„ Ter denos docui Leidae binosque perannos,

Cattigenûm pubem Grajugerûm ore loqui.

Nunc manibus, pedibusque, oculisque, ac auribus aeger,

Et senio languens lampada trado aliis.”

VULCANIUS overleedt, te Leiden, op den negenden October des Jaars 1613, in den ouderdom van vijfenzeventig jaaren. De Werken, door hem in ’t licht gegeeven, betreffen meest al de Kerkvaders en de Grieksche Letterkunde.

Zie ZWEERTII, Athen, Belgicae; VAL. ANDREAS, Biblioth. Belgica; BAYLE, Dictonaire, enz.

< >