Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

VAILLANT, WALLERAAT

betekenis & definitie

een vermaard Kunstschilder, gebooren te Rijssel, in den Jaare 1623, was een leerling van den vermaarden ERASMUS QUELLINUS, van Antwerpen. In ‘t eerst hieldt hij zich bezig met het schilderen van Pourtretten en het tekenen met Craion; naderhand leide hij zich ook toe op het schilderen op doek met het Penseel. De eerstgenoemde kunst leerde hij aan zijnen broeder BERNARD, terwijl hij egter met de laatste, als waar mede hij veel gelds verdiende, zich voornaamelijk bezig hieldt.

Nogthans schijnt hij, eerlang, tot het Pourtretschilderen te zijn te rug gekeerd. Dus schilderde hij, te Frankfort, ten tijde als LEOPOLD aldaar gekroond wierdt, niet alleen des Keizers beeltenis, maar ook die van verscheiden vreemde Gezanten en van Prinsen van het Duitsche Rijk, die bij de Krooning tegenwoordig waren.Van Frankfort vertrok VAILLANT, onder ‘t gevolg van den Maarschalk GRAMMONT, na Frankrijk, en schilderde ‘er ‘s Konings afbeelding. De goede uitslag hier van was de oorzaak, dat de Koningin-Moeder, de Hertog VAN ORLEANS en veele Hofgrooten voor hem gingen zitten. Naa een verblijf van vier jaaren te Parijs, begaf zich onze Kunstenaar na Amsterdam, alwaar hij insgelijks geen geringen opgang maakte. Met grooten ijver leide hij zich hier toe op de Schraapkunst, of Zwartekunst; onder voorwaarde en belofte van geheimhoudinge, zoude VAILLANT, volgens het verhaal van zommigen, deeze kunst van Prinse ROBERT, Groot-Admiraal van Engeland, als den eersten uitvinder daar van, geleerd hebben. Wijders verhaalt men, dat de trouwloosheid van eenen zijner Leerlingen de handgreepen dier kunst openbaar maakte, en alzo het voordeelige daar van merkelijk deedt verminderen. VAILLANT overleedt te Amsterdam, in den Jaare 1677, het vierënvijftigste zijns ouderdoms.

Zie HOUBRAKEN.

< >