Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

TUNNINGIUS, GERARDUS

betekenis & definitie

wierdt gebooren te Leiden, in den Jaare 1566, van zeer eerlijke en niet onaanzienlijke Ouderen. In zijne vroege jeugd ontving hij eenig onderwijs in de Latijnsche en de Fransche taale, in zijne geboonestad, doch, naar het schijnt, niet met oogmerk om hem tot de beoeffening van eenige geleerde Weetenschap op te leiden.

In zijne aankoomende Jongelingschap schijnt hij, eenigen tijd, zich te Enkhuizen onthouden te hebben. HALMA verhaalt, dat zijn Vader hem derwaarts zondt, om bij eene Regtsgeleerde in die Stad op diens Komtoir te schrijven, en alzo het werkdaadig gedeelte der behandelinge van Regtezaaken te leeren. De buitengewoone ijver en naarstigheid, met welke hij hier zijne zaaken waarnam, als mede de voegzaame geschiktheid, welke men tot een kundige Regtsgeleerde in hem zag uitblinken, bewoogen zijnen Vader, aan zijne Opvoeding ten dien einde, eenen meer geregelden loop te geeven. Meer bepaaldelijk dan voorheen leide hierom de Jongeling zich toe op de kennisse der Latijnsche taale; maakte voorts geene geringe vorderingen in de Wiskunde en Wijsbegeerte, en leide vervolgens zich met zo veel ijvers toe op de Regtsgeleerdheid, dat hij, reeds op den ouderdom van tweeëntwintig jaaren, tot de Doktoraale waardigheid bevorderd wierdt. Thans nam hij zijn verblijf in alwaar hij den post van Advokaat, voor het Hof van Holland, met zo veel roems waarnam, en zo veele blijken van zijne kunde en bedrevenheid vertoonde, dat de Bezorgers van het Hoogeschool te Leiden te raade wierden, het Hoogleeraarampt in de Regtsgeleerdheid aan hem op te draagen. De beroemde JOSEPHUS JUSTUS SCALIGER, in den Jaare 1609, beroepen zijnde tot Professor Honorarius aan ‘t straks gemelde Hoogeschool, wierdt onze TUNNINGIUS, door de Staaten van Holland, na Frankrijk afgevaardigd, om den geleerden man herwaarts te geleiden. Naa het sluiten van het Bestand met Spanje, in den Jaare 1609, beving onzen Hoogleeraar de lust, om in de Zomer-Vakantie van den Jaare 1610, eene reize na Brabant te doen van deezen togt keerde hij niet te rug. Want zittende in eenen Koetswagen, niet verre van Brussel, wierdt hij van eene Beroerte aangetast, die, binnen weinige oogenblikken, hem den jongsten adem deedt haalen, in het vijfënveertigste jaar zijns ouderdoms.

In het Koor van de Kerk van de H. Catharina, in de gemelde Stad, wierdt hij eerlijk ter aarde besteld. Men heeft van hem eenen reeks van gedenkwaardige Spreuken en Vertellingen, uit Grieksche, Latijnsche, Fransche, Italiaansche en Spaansche Schrijvers bij een verzameld. Onze Hoogleraar hadt eenen broeder, JOHANNES TUNNINGIUS genaamd, die bij Prins FREDERIK HENRIK VAN ORANJE den post van Geheimschrijver heeft bekleed.

Zie ORLERS, Beschrijving der Stad Leiden.

< >