Eerste Klerk der Algemeene Staaten, is, in ‘s Lands Geschiedenissen, vermaard, om dat hij zijn huis leende tot eene zamenkomst tusschen eenige Hollandsche en Stichtsche Heeren, in den Jaare 1618, om te raadpleegen over zaaken van de hoogste aangelegenheid, welke, ten dien tijde, de aandagt van veele Leden van Regeeringe bezig hielden, vooral met opzigt tot de aanmatiging van meer dan dienstig gezag, van welke Prins MAURITS, bij veelen, wierdt verdagt gehouden. ’t Is bekend, hoe, ondanks alle poogingen, daar tegen aangewend, zijne Doorluchtigheid over zijne tegenstanders zegepraalde. Alle deeze, en veelen van dezulken, die ’t met hun gehouden hadden, vonden, bij de omwenteling van zaaken, zich genoodzaakt, het Vaderland te verlaaten.
Onder de laatsten bevondt zich TRESEL; die, zedert, ingedaagd, doch niet verscheenen zijnde, met eene ballingschap van twee jaaren gestraft, en, daarenboven, in eene boete van tweeduizend Guldens wierdt verweezen: zonder dat, evenwel, ’t geen opmerking verdient, zijn Vonnis van eenige bijzondere misdaad gewag maakte.
Zie J. WAGENAAR, Vaderl. Historie.
