eene uitwaterende Sluis (want dit betekent het woord Zijl, in de Friesche Landtaal) in Friesland, ongeveer een half uur gaans ten Noorden van het Dorp de Lemmer. In vroegere dagen, en nog aan het einde der Vijftiende Eeuwe, toen het straks genoemde Dorp nog van weinig aanziens was, was Takezijl, benevens de Zijl of Sluis van Workum, de eenige bekwaame Haven, aan de Zuiderzee, voor het Kwartier van Westergo, en alzo voor het grootste gedeelte der Provincie. Sedert dien tijd is de gedaante der zaaken zodanig veranderd, dat de doortogt van schepen aldaar zeer gering is.
Met dit alles is de Sluis nog van groote aangelegenheid, alzo verscheiden Meiren en Stroomen, welke, in dit gedeelte van het Gewest, zeer menigvuldig zijn, door dezelve, ten tijde van het hooge binnenwater, zeer veel waters kunnen loozen. Van uitsteekenden dienst daar toe is een ruime Vaart, van binnen derwaarts loopende, de Ee of Ea geheeten, en die ook, op zommige Kaarten, onzeker op welken grond, den naam van Rhijn draagt. Uit het Slooter Meir neemt deeze Vaart haaren aanvang, loopt voorts door of om de Stad Slooten, en valt door de Takezijl in Zee.
