in rang het elfde en laatste Dorp, in de Friesch Grietenij Franekeradeel, onder het Kwartier van Westergo, hebbende niet meer dan tien Stemmen. Het legt niet verre, ten Noorden, van de Trekvaart, welke van Franeker na Leeuwarden loopt.
Het getal der Huizen is zeer gering. In de plaats der oude bouwvallige, heeft men ’er, voor niet veele jaaren, een nieuw zindelijk Kerkje gebouwd, uit het midden van welks dak een spits torentje uitsteekt, en ’t welk van binnen met een fraai Orgel is voorzien. Van ouds lagen hier omtrent verscheiden aanzienlijke Staten of adelijke landwooningen. Van deeze is nog overgebleeven Groot Heerema, door den Amsterdamschen Dichter WILLINK treffelijk bezongen, hoewel ’t oude gebouw zedert afgebroken, en op eenigen afstand van diens grond een ander Huis gestigt is; als mede, meest in haare aloude gedaante, de aanzienlijke Kingma State, naar welke derzelver tegenwoordige eigenaar, de Heer J. M. VAN BEIMA, Sekretaris van het Kollegie ter Admiraliteit te Harlingen, den toenaam van THOE KINGMA voert.