zijnde zo veel als de Sluis (hier en elders Sas genaamd) van Strijen; zij dient naamelijk om het binnenwater der Polders door dezelve te ontlasten. Behalven een Gemeenelandshuis en een Komptoir van de Admiraliteit op de Maaze, ter invorderinge van de uitgaande en inkoomende Regten, staan ’er eenige Huizen van neeringe en verblijf, voor zulke reizigers, welke, in groote getale, hier aankoomen en vertrekken.
Bekend, naamelijk, is het Veer, van hier op den Moerdijk en te rug, als den gewoonen overtogt tusschen Brabant en dit gedeelte van Holland. Het Strijensche Sas is inzonderheid vermaard geworden in ‘s Lands Geschiedenissen, zints de Stadhouder van Friesland, JOHAN WILLEM FRISO, op den veertienden Julij des Jaars 1711, door het omslaan van het Vaartuig, ’t welk hem van den Moerdijk overvoerde, hier zijn ongelukkig einde vondt.
