Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

SNOYUS, REINIER

betekenis & definitie

gebooren te Gouda, vertoonde, in zijne aankoomende Jongelingschap, geene de minste blijken, maar veelmeer het tegendeel, van ’t geen hij naderhand geworden is. Van hem wordt, naamelijk, verhaald, dat hij, op den ouderdom, in welken men eenen aanvang maakte, om hem eenig onderwijs toe te dienen, dermaate stomp van begrip was, dat hij, in ’t algemeen, voor eenen Botterik en Domoor wierdt gehouden.

Onverwagt namen zijne verstandelijke vermogens eenen sprong, en begonnen zich zo spoedig te ontwikkelen, dat hij, omtrent alles, ’t geen hij bij de hand nam, zijne medeleerlingen voorbij streefde. Naa dat de leerlust eenmaal bij hem gevat, en hij in de voorbereidende oeffeningen gepaste vorderingen hadt gemaakt, wierdt hij te raade, eenen keer te doen na Italië, om ’er zich in de Geneeskunde te oeffenen. Tot dat oogmerk viel zijne keuze op het Hoogeschool van Bologne, alwaar hij voorts den trap van Leeraar in die Weetenschap beklom. Van zijne uitlandigheid in het Vaderland te rug gekeerd, onthieldt hij zich, in ‘t eerst, een geruimen tijd, bij ADOLF VAN BOURGONDIE, Heer van Beveren en Vere, Admiraal van Zeeland. Zedert gebruikte hem Keizer KAREL DE V als zijnen Gezant, eerst bij JAKOBUS DEN IV, Koning van Schotland, en vervolgens bij CHRISTIAAN DEN II, Koning van Denemarke. Naa al dit reizen en trekken, nam hij, in ’t einde van zijn leeven, een vast verblijf in zijne Geboortestad, alwaar hem de Burgemeesterlijke waardigheid wierdt opgedraagen. Hij overleed, in goeden ouderdom, naalaatende verscheiden Werken, van verschillenden inhoud, doch geene, die over de Geneeskunde handelen. Hij schreef, onder andere, eene Uitbreiding van Davids Psalmen, eene Verhandeling over de Christelijke Vrijheid, over het Weezen, de Magt en de Lijdingen der Ziele, als mede eene Verzameling van meestal gewijde Gedichten.

Zie SWEERTH, Athenae Belgicae.

< >