Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Sanden (Maximiliaan van den)

betekenis & definitie

SANDEN, (MAXIMILIAAN VAN DEN) of, volgens de gewoonte der geleerde Mannen van dien tijd, met een verlatijnden naam, MAXIMILIANUS SANDAEUS genoemd, wierdt gebooren te Amsterdam, in den Jaare 1578. Al vroeg ondernam hij eene reize buitenslands, met oogmerk om zich in de Godgeleerdheid te oeffenen.

Op den ouderdom van negentien jaaren bevondt hij zich te Rome, en deedt ’er zich tot Lid van het Genootschap der Jesuiten aanneemen. Sedert vertrok hij na Saltzburg, en ’er den trap van Leeraar in de Godgeleerdheid beklommen hebbende, gaf hij ’er, etlijke jaaren, onderwijs over de Summa of het zamenstelzel van Godgeleerdheid, volgens de begrippen van den vermaarden THOMAS AQUINAS. Doch zijnen meesten leeftijd sleet hij te Keulen, alwaar hij ook, in den Jaare 1656, zijne dagen eindigde. SANDAEUS was een der grootste Geschilschrijvers van zijnen tijd, vooral tegen die van den Hervormden Godsdienst. Men rekent dat hij zo veele onderscheidene Werken, vooral Twistschriften, heeft vervaardigd, als hij jaaren heeft geleefd.Zie Biblioth. Societ. Jesu.

< >