Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Roomburg

betekenis & definitie

ROOMBURG, in overoude tijden een sterk Kasteel, niet verre van de Stad Leiden, tegenover Leiderdorp. Volgens zommigen, zoude het, weleer, eene Romeinsche Wapenplaats of Burgt geweest zijn, en de naam, zo veel als Roomsche of Romeinsche Burgt, daar van zijnen oorsprong ontleend hebben: eene afleiding, althans, welke meer schijns heeft dan die van BOXHORN, beweerende dat men Roodenburg zou moeten schrijven, om dat het Kasteel of de Burgt, bij ouds, met roode pannen was gedekt geweest.

Veelen maaken ’er het Praetorium Agrippinae van, of het Hof van Agrippina, ' ’t welk in de Reiskaart van PEUTINGER bekend is. De geleerde ALTING is van dit gevoelen, en beweert, diensvolgens, dat het gestigt, gebouwd door JULIA AGRIPPINA, eerst tot een Lusthuis heeft gediend, en naderhand in eene Romeinsche Wapenplaats of Burgt is veranderd. In de laatste tijden zijns aanweezens, heeft het Gebouw tot een Nonnen-Klooster verstrekt. Tegenwoordig zijn ’er geene overblijfzels meer van voorhanden. Bij het opgraaven van den grond, heeft men ’er steenen met Opschriften, Zilveren en Koperen munten, Beelden en andere Gedenkstukken der Romeinsche Oudheid gevonden.

< >