SUFFRIDUS PETRI, gebooren te Leeuwaarden, in den Jaare 1527, bezogt, in zijne vroege jeugd, het zeer vermaarde Hoogeschool te Leuven, en verworf ’er, door zijne naarstigheid en uitgebreide kennis van nutte weetenschappen, zo beroemden naam, dat men, al vroeg, op hem het oog liet vallen, als een dienstig voorwerp ter herstellinge van ’t Hoogeschool te Erfort, ’t welk thans in een diep verval was. Met veel vrugts gaf hij aldaar onderwijs in de Grieksche en Latijnsche Taalen.
Om de beoeffening der Grieksche Letterkunde aan te moedigen, deedt hij vijf Redevoeringen, welke hij door den druk gemeen maakte. Naa eenige jaaren verblijfs te Erfort, wierdt hij, door voorspraak van zijnen beroemden landgenoot VIGLIUS VAN ZUICHEM AB AYTA, Geheimschrijver en Opziener der Boekerije van den Kardinaal DE GRANVELLE. Doch vermids het Hofleeven niet met zijne geaartheid strookte, leide hij zijnen post neder, en vertrok na Leuven, alwaar hij in ’t huwelijk tradt. Inzonderheid maakte hij nu zijn werk van de beoeffeninge der Regtsgeleerdheid, met zulk een goeden opgang, dat het Meesterschap hem wierdt opgedraagen. Zedert maakte hij zijn werk, om ’er de hand te bieden, tot het geeven van Lessen over de Grieksche Taale, aan den Hoogleeraar LANGIUS, door ziekte en ouderdom daar toe onbekwaam geworden. Zijne Voorleezingen hadden voornaamelijk ten onderwerpe, eenige Grieksche Schrijvers; als mede het boekje van ATHENAGORAS, Verdeediging der Christenen. Om de Nederlandsche onlusten te ontgaan, nam PETRI de wijk na Keulen, derwaarts beroepen zijnde tot Hoogleeraar in de Regten. Hoewel buitenslands woonagtig, vereerden, egter, de Staaten van Friesland hunnen geleerden inboorling met den titel van Historieschrijver van hun Gewest, en leiden hem daar voor eene Jaarwedde toe. SUFFRIDUS PETRI was zeer geagt en bemind bij de geleerdste Mannen zijner Eeuwe; zelfs verscheiden Kardinaalen, ja de Paussen GREGORIUS DE XIII en SIXTUS DE V vereerden hem met hunne vriendschap. Hij overleedt te Keulen, aan de Waterzucht, in den Jaare 1597, het zeventigste zijns ouderdoms. Behalven verscheiden andere Werken, allen in ’t Latijn geschreeven, heeft men van hem eene Verhandeling over den Oorsprong der Friezen.