Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

MALLEGAT

betekenis & definitie

eene Opening of Doorgraaving in de Duinen, bij Katwijk, dus genaamd. De aanleiding daar toe zullen wij hier kortelijk verhaalen.

De aanwas van het Binnenwater in Rhijnland deedt, reeds meer dan derdehalve Eeuw geleeden, op middelen ter ontlastinge bedagt zijn. Om de nabijheid van de Noordzee wendde men het oog derwaarts. Bij gedaane waarneemingen bleek het water aldaar merkelijk laager te zijn, dan binnenslands. Het gevolg hier van was, een Ontwerp, in den Jaare 1538, aan Hoofdingelanden van Rhijnland ter hand getield, om het water, door middel van Tonnen, zeewaarts te leiden. Om de groote kosten, daar mede gepaard, liet men ’t werk steeken, tot in den Jaare wanneer, op de klagten van Regenten van verscheiden Ambagten, het werk hervat, en, naa lang raadpleegen, in den Jaare 1570, tot eene nieuwe Peiling, zo binnen als buiten, beslooten wierdt. Het gevolg daar van was, een verslng, volgens ’t welk eene waterloozing aan de Noordzee, zeer waarschijnlijk, ten nutte van Rhijnland zoude strekken. Men benoemde nu eerlang Gemagtigden tot het onderzoek van den Waterstaat. Het bleek hun, dat het water gaande weg toenam, en geene genoegzaame ontlasting hadt door de Sluizen aan het Y. Bij Katwijk vonden ze ook het water merkelijk hooger binnen dan in de Noordzee. Wijders deeden ze, te deezer plaat ze, de gronden, tusschen den Rhijn en de Noordzee, booren, en door bekwaame lieden Ontwerpen vervaardigden, volgens welke men, zonder gevaar voor ’t gemeene Land en ten voordeele van Rhijnland, eene Uitwatering zoude kunnen openen.In gevolge van dit alles wierdt een besluit genomen tot het neemen van eene Proeve eener Doorgraavinge, en in Maart des Jaars 1571, daar mede een aanvang gemaakt. In de maand November was men reeds tot aan het Strand gevorderd, doch stelde de openïng uit tot April des volgenden jaars. Thans geschiedde dezelve in tegenwoordigheid van Dijkgraave en Hoogheemraaden, de Regeeringe van Leiden en eene ontelbaare menigte van aanschouweren. Bij het doorsteeken vloeide zulk eene menigte waters, en met zo veel kragts, na buiten, dat een Schuit, leggende in de opening, met moeite konde weerhouden worden van Zeewaarts drijven. Niet lang bleef deeze Doorgraaving open. Een opkoomende storm, door het roeren van het water, veel zands na binnen voerende, deedt dezelve versloppen. De zulken, welke hier in een bewijs meenden te vinden voor de onmogelijkheid eener waterloozinge op deeze plaats, gaven, zedert, aan de Doorgraavinge de boven gemelde benaaminge van het Mallegat.

Verscheiden redenen werkten te zamen, waarom men de gemaakte Doorsnijding niet open heeft gehouden, door het leggen van Sluizen en Spuien. De voornaamste daar van waren de opkoomende Nederlandsche Beroerten, en vooral ook het Beleg van Leiden. Vervolgens zal men ’t werk ongeraaden gevonden hebben, om de zwaare kosten, die elders, aan Sluizen en Dijkwerken, vereischt wierden. Waar bij nog kwam, dat men, zedert, de Doorgraaving als minder noodig zal beschouwd hebben, omdat Rhijnland merkelijk van water wierdt ontlast, door het ingevoerd gebruik van Groote Watermolens, en het brengen van verscheiden Kleine in Groote Polders. Nogthans heeft men, in deeze Een we, het Ontwerp, van nieuws, bij de hand genomen, doch met even weinig gevolgs als voorheen. Niet onwaarschijnlijk is het, dat het nimmer tot uitvoer zal gebragt worden. Niet geheel onnut is, intusschen, het Mallegat. Het water, welk daar in afzijpelt, doet het overschot der Doorgraavinge verstrekken tot eene Vaart voor de Waterschepen, om het zout water uit Zee tot aan Katwijk te brengen, voor de Zoutkeeten der Steden Haarlem en Leiden, en voor de Praamen , welke Schelpen na de Kalkbranderijen voeren.

< >