Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-07-2022

GOES, AERT of ARNOUD VAN DER

betekenis & definitie

zoon van AERT of ARNOUD en van MARGRETA VAN BENCHEM, gebooren te Delft, Zijn vader was eerst Pensionaris dier Stad, en daarna Advocaat of Raad-Pensionaris van Holland. Onze AERT VAN DER GOES werd, om zijne welspreekenheid, Advocaat van ’t Parlement en Grooten Raad te Mechelen, alwaar hij, op den 26 Maij van het Jaar 1550, overleed, en werd in de St. Rombouts Kerk, onder een blaauwe Zerk met agt kwartieren, begraaven; ’t welk in dien tijd iets ongemeens was.

De vier Kwartieren van ’s vaders zijde waren: van der Goes, Hack van Out-Heusden, Coeverden en van der Colve. Hij had ter vrouwe MARGRETA BEUKELAAR, waar bij hij verwekte drie dogters; JOHANNA, BARBARA en ANNA VAN DER GOES, welke hem met het volgende Graffschrift vereerden.Aan den voorzigtigen en bescheiden Advocaat der beiden Regten, in den Grooten Raad te Mechelen, ARNOUD VAN DER GOES ARNOUTSZOON, hebben zijn vrouw en kinderen, de dood van haaren liefsten man en vader betreurende, dit gesteld. Hij is in het Jaar onzer herstellinge 1550 den 26 Maij in den ouderdom van 56 Jaar overleeden.

Deeze lofrede, gevloeid uit de pen van zo nabestaan de bloedvrienden, zou als valsche roem konnen genomen worden, ware het niet dat de geschiedboeken ons duidelijk aanweezen, dat AERT VAN DER GOES met regt den eernaam van voorzigtig en bescheiden, geduurende zijn leven, en ook na zijnen dood, is toegekend.

< >