was de zoon van HUGO WILLEM GOEREE, en ANNA EWOUTS. HUGO WILLEM was Doctor in de Godgeleerdheid en beroemd Geneesheer, te Middelburg, in Zeeland, alwaar WILLEM, den 11 December van het Jaar J635, gebooren werd.
Hij had, van kindsbeen af, een groote genegenheid voor alle konsten en weetenschappen, en vond zijn grootste vermaak in den ommegang met geleerde mannen. Dan, tot zijn ongeluk, verloor hij te vroeg zijnen vader, en geraakte onder de tugt van een onkundigen en strengen stiefvader, die hem niet wilde vergunnen, zijne geneigdheid te volvolgen. Dus vond hij zig genoodzaakt, een andere bezigheid ter hand te neemeir, waarom hij, als best met zijne neiging overeen stemmende, den loffelijken Boekhandel verkoos. Onder deeze bezigheid liet hij niet na, de weetenschappen te beoeffenen; met dat gevolg, dat door hem, in vervolg van tijd, de waereld met zijnen schoonen letterarbeid is verrijkt geworden: als, zijne Joodsche Oudheden, II. Deelen in fol., Mosaisch Historie, IV. Deelen in fol. 1700, alle met heerlijke plaaten verrijkt; Kerklijke en Waereldlijke Historien, in 4to, 1730; Algemeene Bouwkunde, met pl. 1681; Menschkunde, in 8vo, 1704; Inleiding tot de Schilderkonst, in 8vo, 1704; en tot de Tekenkonst, vierde druk, in 8vo, 1705; Verligtkunde, of regt gebruik der Waterverwe, in 8vo, 1705. Behalven deeze gedrukte werken, vind men nog melding gemaakt van eenige handschriften, door hem opgesteld : als, I. Lexicon Vitruvianum, of verklaaring der konstwoorden, die in de Architectuur van Vitruvius voorkomen; —— Werkwoorden der Bouwlieden , zijnde alle benaamingen van gereedschappen, stoffen, woorden van commando, enz. die bij de werklieden der Bowwkonst daaglijks gebruikt worden; Woordenboek der Architectuur, waar in alle deszelfs konstwoorden verklaard worden.
Aanteekeningen over Persepolis; — Eerste en tweede vervolg op de Republiek der Hebreeën.
In het Jaar 1666 trouwde hij, met ELISABETH VAN WAASBERGEN, en overleed te Amsteldam, werwaards hij zig, van Middelburg, met der woon begeeven had, den 3 Maij van het Jaar 1711. Zijn afbeelding, is door VAN GUNST in ’t koper gebragt.
