Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 20-10-2022

GEERTRUIDENBERG, DE HEERLIJKHEID VAN

betekenis & definitie

was eertijds een gedeelte van het oude Graafscbap Strijen. Heer WILLEM VAN DUIVENVOORDE, bastaard van Heer AREND, verkreeg, van Graaf WILLEM DEN III, het Burggraafschap van Geertruidenberg, met de Wedde en Heerlijkheid der Stede, in het Jaar 1319. Uit zijn Huwelijk met de dogter des Heeren van Vianen liet hij, bij zijn afsterven, in het Jaar 1353, geen wettige kinderen na; maar wel een Natuurlijken zoon, mede WILLEM VAN DUIVENVOORDE genaamd. Deeze, die tot het Jaar 1400 leefde, bood zijnen neef AREND VAN DUIVENVOORDE aan, hem erfgenaam te willen maaken van zijne goederen, indien hij hem vergunnen wilde, het volle Wapen van Duivenvoorde te mogen voeren, zonder teken van basraardij. Doch AREND hen hem dit weigerende, maakte hij liet meerendeel zijner nalatenschap aan zijn neef JAN VAN POLAANEN, en het overige aan eenige Godshuizen. Wij achtten het onnodig de verdere opvolging hier te herhaalen, als hebbende alle gemeenschap met die van Breda.

< >