Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 20-10-2022

GALBA, SERGIUS SULPITUS

betekenis & definitie

Keizer der Romeinen , afkonstig uit het Geslacht der SULPITIUSSEN. Hij beklom den Rijkszetel, na dat het Geslacht der CEZARS , met den wreeden NERO, een einde genoomen hadt. Want met den dood van NERO, werd GALBA, schoon toen reeds drieënzeventig Jaaren oud, door de soldaaten, in Spanje, als Keizer uitgeroepen. Hem (wil men) was, door verscheiden tekenen, die waardigheid, en, toen hij nog een jongeling was, door AUGUSTUS voorspeld. Toen men, in zijnen ouderdom, hem dit erinnerde, gaf hij ten antwoord; Dit zal gebeuren, als een Muiyl-Ezel in de kraam komt. En dit ook, wil men, gebeurde op het oogenblik toen de soldaaten hem voor Keizer uitriepen; ’t welk hem aanspoorde, de Regeering te aanvaarden. Hij bekleedde die, tot grooter genoegen der Onderdaanen, dan der soldaaten. Reeds na vooren had hij verscheidene aanzienlijke Eerampten in het Rijk bekleed. Van CALIGULA werd hij gezonden, om in plaats van

GETULICUS het Roomsche Leger te gebieden; ook was hij twee Jaaren Pro-Consul van Africa, en gaf verscheidene blijken van dapperheid en ernsthaftigheid. Hierom was hij, meer dan ééns, in Duitschland en Africa, in zeegepral omgevoerd. Na dien tijd gedroeg hij zig zeer ingetogen, tot dat men hem het bestier van Spanje opdroeg, alwaar hij zig de zaaken niet zeer aantrok, om zig bij NERO niet verdagt te maaken. Zo dra hij den Zetel beklommen had, gedroeg hij zig als een Keizer betaamde.

Tegen zijn bestier brengt men in, dat bij gestadig drie persoonen bij zig had, waar van hij zig volmaakt liet bestieren, namelijk T. VINIUS, CORNELIUS LACO en zijnen vrijgelaaten ICELUS. Deeze drie misbruikten het gezag des Keizers in alles, waar toe hunne kwaadaardigheid en listigheid hen aanzette. Ook maakten hij zig gehaat, door zijne al te groote gierigheid. Hij weigerde den soldaaten het geschenk, ’t welk de Officieren hen belooft hadden, toen zij hem huldigden. Deeze dit verstaan hebbende, kwam het Leger op de been, dat in Opper-Duitschland stond, zond een Gezantschap aan de Lijfgarde, een naar den Neder-Rhijn, met een boodschap, dat zij zodanigen Keizer niet begeerden te hebben, die in Spanje verkooren was; met verzoek een anderen te kiezen, die hen aangenaam was. GALBA, van verwittigd, en meenende dat hij gehaat was om zijnen ouderdom, en om dat hij geene kinderen had, nam PIGO FRUGI LUCINIANUS tot zijnen zoon aan, en bragt hem bij ’t Leger; waar door hij, egter, niets anders verrigte, dan dat M. SALVIUS OTTO, die reeds lang naar ’t Rijk had gestaan, nu zijn best deed om zijn oogmerk te bereiken. Hij maakte de Lijfschutters tegen den Keizer op, die, op een valsch gerugt, dat OTTO gedood was, zig tot hem begaf en van denzelven, op staanden voet, gevat en gedood werd, zonder dat iemand zig dit berouwde. Dit geschiedde in het Jaar 69, waar in de oorlog der Batavieren zijnen aanvang nam, het 73 zijns ouderdoms, en de zesde maand zijner Regeeringe.

Zie SUETONIUS, CAESAR en TACITUS.

< >