een Spanjaard, die, in het Jaar 1574, geduurende het beleg van Leiden, in het Dorp Zoeterwoude en aan den Leidschendam, eenig volk gelaaten hebbende, met het overschot der Benden, onder zijn bevel staande, na eenigen tegenstand, door RUIKHAVER, aan cte Geestbrugge, ontmoet te hebben, den Haag inam. Weinig tijds daar na bemagtigde hij de Schans, te Maaslandsluis doch bekwam aldaar eene wonde, die hem het leven kostte.
Vaderl. Hist. VI. Deel, bl. 433 en 484.