Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 19-04-2022

FERVAQUES, WILLEM VAN HOUTEMER, HEER VAN

betekenis & definitie

was een der vertrouwste vrienden van den Hertog VAN ANJOU, vooral in deszelfs zo wanhoopigen als trouwloozen aanslag op Antwerpen. „ Een man,” zegt de Ridder HOOFT, „van aanzienlijken huize, snel van vernuft, stout van moed, glad van tong, drijver van zaaken, een geenzints schoorvoetende om het gewigt van den aanslag op zig te neemen.” Na dien Franschen Officier dus geschetst te hebben, meldt hij eene rede, door hem gedaan, tot aanprikkelinge des gedachten Hertogs, om zig als Oppermagtig Vorst over alle de Nederlanden te doen begroeten, en daartoe, zonder uitstel het bemagtigen van gantsch Vlaanderen te onderneemen, waar toe hij hem, als den gereedsten weg, de overmeestering van Antwerpen aanprees. De rede, die hij voerde, was trots en hartelijk, 'en juist geschikt om het jeugdig bloed van eenen Vorst, die naar de Opperheerschappij haakte, te doen zieden. Uit dit zelfde gesprek blijkt ook, hoe zeer Prins WILLEM DE I den Hertog VAN ANJOU in den weg stond, wanneer FERVAQUES tot hem zeide: „ ’t Volk is voogd, Oranje hun afgodt: die hun de oogen begoogeLt, en ijders alvermogen voor vrijheid doet aanzien, om in ,troebel water te visschen; en dan wanneer het hem geleegen komt, het net over het hooft te trekken. Wat eere bewijst men hem niet in uwe tegenwoordigheid. Hoe gaapt ieder naar zijn mondt, met wat handgeklap word alles omhelst, als het maar van hem komt.” Zo dat de Hertog VAN ANJOU, in dien aanslag, ook bijzonder bedoelde, om ORANJE in zijne kluisters te krijgen; ’t geen hem, echter, zo wel als de gantsche aanslag, ter zijner schade en schande, mislukte.

Terwijl FERVAQUES nog sprak, zegt de Heer HOOFT, stemden de andere Krijgshoofden zijns Legers daarin; en naauwlijks had hij geeindigt, of het besluit werd genomen: waarop het verhaal van dien aanslag, dat wij reeds, op het Art. ALENCON, geboekt hebben, volgt. Uit het vervolg van dat verhaal ziet men, dat het FERQUADES mislukte, de Kroonenburgerpoort te openen, en dat hij in de Stad, nevens andere Hoofden van het Leger, gevangen werd. Hoe het verder met hem is afgeloopen, word niet gemeld.Zie HOOFT, Nederl. Hist, fol. 840, 851, 853.

< >