oudtijds Firmesheim, Fermeshem en Farmessum genaamd, ligt in het Oosterkwartier, Oostergoo, aan de zuidzijde van de Rivier de Fivel, niet verre van derzelver uitwatering, in den mond der Eems, en zo nabij Delfzijl, dat het genoegzaam onmiddelijk daar aan paalt.
Het is een groot en aanzienlijk Dorp , zijnde de Gereformeerde Gemeente aldaar de aanzienlijkste en talrijkste van de geheele Klassis van Appingadam, Ten oosten van de Kerk staat het Slot Ripperda, zijnde het Stamhuis van dat aloud en aanzienlijk Geslacht, het welk deeze Heerlijkheid voortijds bij erfrecht bezat; doch waar uit het, daarna, benevens eenige andere onderhoorige Dorpen, overgegaan is tot het Gedacht van RENGERS. De tegenwoordige bezitter is, de Heer LAMBERT SCOTTO, Baron RENGERS van Farmsum. De Kerk van dit Dorp is vrij groot en van een Orgel voorzien. In de Roomsche tijden was dezelve een Kollegiaale Kerk, van Kanunniken, welke een Deken aan hun hoofd hadden, die, als Landdeken, te gelijk het gezag over eenige nabuurige Kerken oeffende.
Tot de gemeenschap van Farmsum, behooren mede de Buurtschappen, Geveswaar, Amsweert en Tuukweert.
Zie Oudheden van Groningen, bl. 127; BACHIENE, Geographie, bl. 210.