Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 06-03-2022

ERNESTUS, AARTSHERTOG VAN OOSTENRIJK

betekenis & definitie

zoon van Keizer MAXIMILIAAN DEN II, broeder van Keizer RUDOLPHDEN II, was gebooren in het Jaar 1594, en door FILIPS, in plaats van den Hertoge VAN PARMA, aangesteld als Landvoogd over de Nederlanden. De Spanjaarden gaven voor, dat hij de man was, die de afgevallene Landschappen weder onder ’s Konings gehoorzaamheid zoude brengen; doch deeze voorzegging werd niet bewaarheid.

Ten tijde der InIandsche beroerten in Frankrijk , en waar onder FILIPS sterk arbeidde, om Koning HENDRIK DE IV van den throon te bonzen, (doch ’t welk juist diende om hem de Nederlanden den te doen verliezen) verbond zig de Spaansche Koning, met veele en voornaame Grooten in Frankrijk, en sloeg voor, zijne dogter ISABELLA CLARA tot Koninginne te doen aanneemen, en haar vervolgens met dezen ERNESTUS in ’t huwelijk te doen treeden. Doch hier mede bedolf hij ook zijne zaak in Frankrijk. ERNESTUS moest zig, in plaats van de Kroon van Frankrijk, met het Gouverneurfschap der Nederlanden vergenoegen; ook trouwde hij niet met ISABELLA CLARA, maar wel zijn broeder ALBERTUS. Men zegt dat hij een zwaarmoedig en statig Prins was, dien men zelden of nooit heeft zien Iachen; doch te gelijk zachtmoedig, en van geen wreeden aart, en ongemeen Godsdientig. In de Nederlanden, echter, bevond men wel haast, dat al zijne goedhartigheid zig bepaalde tot den Koning en den Roomschen Godsdienst. Van de Jezuïten zijne opvoeding ontvangen hebbende, behoefde men zig, over zijnen haat tegen de Ketters, niet te verwonderen. Het uiterlijk vertoon zijner zachtmoedigheid diende alleen, om de Nederlanders te misleiden, en, ware het mooglijk, te blinddoeken. Doch hiertoe was hij niet schrander genoeg; zijne listen werden spoedig ontdekt. Voor dat hij in de Nederlanden kwam , verspreidde zig het gerugt, dat hij , met een magtig Leger, zoude herwaards koomen, om de rebellige Nederlanders te doen bukken; doch tevens, dat hij volkoomen magt had, om vrede te maaken, op zulk een voet, als hem zou goeddunken. Vóór zijne overkomst, deedt men dusdaanige gerugten loopen: eensdeels, om het volk te verschrikken; anderdeels om het zelve te verleiden, of wel tot opstand tegen de Staaten te beweegen; doch noch het een, noch het ander gelukte den Spanjaarden. De ervaarenheid had het volk te veel geleerd, bedachtzaam te zijn, om zig niet te laaten verschalken. In zijnen optogt tot in den Paltz genaderd zijnde, kon hij zig niet onthouden, zekere verkeerde proefstukken zijner lankmoedigheid jegens Graaf JAN van Nassau te betoonen, ter oorzaake, dat Graaf JAN (hij zo meende hij) den Paltsgrave geraaden had, zig uit zijn Land te begeeven, om als dan zig te konnen verontschuldigen, geene vestingen voor ERNESTUS, en zijne onderhebbende Spanjaarden, te hebben doen openen: want anders werd hij overal, overeenkomftig zijner waardigheid, onthaald.

Bij den Aartsbisschop van Mentz over tafel zittende, berste hij uit in spijtige woorden, en het doen van dreigementen tegen den Graave. Zelfs vraagde een zijner Jezuïten, waarom men niet te Mentz, zo wel als elders, de Inquisitie deed werkzaam zijn. Te Brussel gekoomen, en met groote pracht ingehaald zijnde, gedroeg hij zig, eenigen tijd, zeer stil, zonder iets te verrichten, ten opzigte van vrede of oorlog; vergenoegende zig met een prachtigen staat te voeren, en zig trots en hovaardig aanstellende, zonder iemant de minde eerbewijzing te doen Zelfs nam hij voor de aanzienlijksten den hoed niet af, in den waan van zig daar door gevreesd te zullen maaken; doch in tegendeel geraakte hij daar door in minachting, bij al wat om hem was. Voor zig zelven, vond hij zig ook ras bedroogen; ’err was geld, noch die veelheid van Krijgsvolk, welke hij zig hadt voorgesteld, en hij dus buiten staat, om iets van belang te verrigten.

Ook school ’er nog iet anders agter. FILIPS was veel te wantrouwend , om hem het volle bewind der Nederlanden te betrouwen; hij had hem alleen herwaards gezonden, met oogmerk om hem nader bij Frankrijk te brengen, met behulp van de Ligue, zig aldaar te doen indringen, en vervolgens met zijne dogter te doen huwen ; doch, gelijk wij boven zeiden, hier vonden zij zig beiden bedrogen. Dewijl hij, in het eerste Jaar van zijn verblijf, niets verrigtte, haatten hem zelfs de Spanjaards, en schroomden niet, zo min als de Nederlanders, schimpdichten op hem te maaken. Te Brussel, Antwerpen en elders, zag men ze in menigte ten voorschijn koomen: onder anderen een, waarin gezegd werd :

ERNESTUS, die de sest’ is

Erger dan de pest is.

Komt zien waar de rest is,

Of ’er niet ten best is;

Maar omdat hij de lest is,

Nihil op ’t request is.

Buiten twijffel, heeft de maaker van dit bovenrtaande schimp dicht het oog gehad op het bekend Latijnsch Distichon, geschoten op Paus ALEXANDER DEN VI,die in de Geschiedboeken, als een afgrijslijke booswigt, afgeschilderd wordt

Sextus Tarquinius, Sextus Nero, Sextus ab isto:

Semper sub Sextis perdita Roma fuit.

Zinspeelende op den naam van den zesden. De zesde Taquyn, de zesde Nero, de zesde Alexander, de zesde is altijd voor Rome een verderflijk kwaad geweest. Dus werd ERNESTUS , als de zesde der Landvoogden , na den oorlog, of den aanvang der Nederlandsche beroerten, ook voor Nederland als verderllijk aangezien. In ledigheid,of met vrouwen, of te bed leggende aan het Podagra, verspilde hij zijnen tijd. Zijnen naam bezwalkte hij boven dien, met het omkoopen van Moordenaars, om Prins MAURITS om te brengen Onder deeze bevondt zig zekere MICHIEL RENICHON die, te Breda gekoomen, en op vermoeden gevangen genoomen zijnde, beleed, buiten pijn en banden , dat hij was opgemaakt om Prins MAURITS te vermoorden; dat de Graaf VAN BARLAIMONT hem daartoe, door groote beloften had bewogen, en bevolen, hem in de kamer van den Aartshertog te volgen, van wien hij insgelijks groote beloften en toezeggingen had ontvangen; dat hij , toen BARLAIMONT binnen tradt, uit ontzag, in het Portaal zijnde blijven staan, BARLAIMONT en ERNESTUS over dat stuk had hooren spreeken , en den laatstgenoemden zeggen: Al het geene ik beloove, zal ik dubbel naakomen, en met woeker voldoen; dat hij ook op staanden voet, 500 Guldens ontvangen had, op eene Ordonnantie, getekend door den Aartshertog.

Dit alles bekende RENICHON, in bijzijn van HARTIUS en KOMANS, afgezanten van den Aartshertog tot de Vredehandeling in 's Gravenhage: en op die gedaane bekentenis, ontving hij zijne verdiende straffe. Wijders beleedt hij, dat, behalven hem, zes anderen tot dat schelmstuk waren uitgezonden. Een van deeze, was PIERRE DE FOUR, die, eenige Jaaren geleeden, als Soldaat, onder de Lijfwagt van Prins MAURITS gediend diend had. Deeze bekende, te Bergen op den Zoom, dat hij, door den Aartshertog, was aangezogt, weder dienst onder de Lijfwagt te neemen, en vervolgens den Prins, op de Jagt, ofte Rijswijk in zijne stallen, of als hij uit de Kerk kwam, met zijn musket, ’t welk met twee kogels moest zijn gelaaden, tedoorschieten; dat bij het neemen van afschheid van den Aartshertog, deeze tot hem gezegd had: Mijn zoon, indien gij volbrengt, wat gij mij belooft, en den Tiran uit den weg ruimt , zal de regte weg naar het Paradijs voor u open staan. Op deze belijdenis, werd gemelde PIERRE DE FOUR , te Bergen op den Zoom, gevierendeeld.

Ook had ERNESTUS omgekogt eenen GUI LOPEZ, een Portugeschen Doctor, en Lijfmedicus van Koningin ELISABETH, om haar, door een vergiftigen drank, van het leven te berooven: waarvoor hij zou gemeten 50,000 Dukaaten; doch dit verraderlijk stuk werd rugbaar. Terwijl ERNESTUS alleen tot deeze en degelijke zaaken bekwaam was, had FILIPS weinig dienst van hem. Zijne oogmerken , en voornamelijk zijn ontwerp omtrent het Huwelijk, en op de Kroon van Frankrijk, meer agteruit dan voorwaards ziende gaan, en ontwaar wordende, dat de Koning hem begon te haaten , en dat de Nederlanders hem verachtren, doeg hij aan het kwijnen; zijne ziekte nam, in de maand Februarij van het Jaar 1595, zodanig de overhand, dat hij, na eenige dagen bedlegeriug geweest te zijn, tusschen den 10 en 11 dier maand, den geest gaf. Zijn lichaam geopend zijnde , vond men eenen steen in de Nier, en een levende worm, die de omliggende deelen afgeknaagt had. Hij liet zwaare schulden na.

Roomschgezinde Schrijvers, die meer uit partijschap, dan om der waarheid hulde te doen, geschreeven hebben, schroomen niet, met lof van hem te gewaagen ; MEERBEEK is onder deeze geenzins de minste, zo als men in zijn Chronijk fol. 802 , zien kan.

ERNESTUS was, volgens het verhaal van Mannen, die meer geloof verdienen, op den 30 Januarij van het Jaar te Brussel in zijn Gouvernement aangekootnen; zo dat zijn bestier van geen langen duur geweest is. In den aanvang van het Jaar 1595, toen hij bijna nog niets verrigt had, maakte hij een omslag van den (laat van Oorlog, en bevond, dat hij, om dien te voeren, 300,000 Dukaaten ter maand noodig had: uit hoofde van zijn vadzig bedier was hij op verre na niet in daat, die somme bij een te krijgen. Ook beging hij een grooten misslag, met VERDUGO, terwijl deeze bezig was met het beleg van Koeverden, van daar tot zig te dagvaarden, om rekenschap te geeven van de brandschatting, die hij in Friesland gevorderd had; als mede van andere gelden, over welke die dappere Krijgsman het bewind hadt gehad. Het is waar, dat, van die penningen, niet veel ten diende van ’s Konings zaaken in de Nederlanden gebruikt was: want,VERDUGO had dezelve, op bevel des Konings, naar Spanje moeten zenden. Dit geval smerte niet alleen VERDUGO; maar ook de soldaten, die hem, om zijne bekwaamheid , als hunnen Vader eerden , waren daar over ten hoogden bedroefd. Deeze enkele misslag is genoeg, om te doen zien, dat de Aartshertog geheel onbekwaam tot het bellier van zaaken was, en dus geenen lof verdiend heeft.

Men zie van hem, REID, VAN METEREN, BOR en anderen.

< >