was niet zo godsdiensttig. Want men leest, dat hij, in het jaar 1468, een verschrikkelijke euveldaad begaan heeft, aan den Prior van ’t Hasscher Klooster, onder de Grietenije van AEngwierden. AGGE DONIA had, volgens het verhaal van EMMIUS, een geschil met den Prior.
Hij ontmoette denzelven langs den weg, verzeld van eenen Leekebroeder. DONIA beval aan die bij hem waren, hun beiden terstond de oogen uit te steeken. Als de zijnen zulks weigerden, viel hij zelf op den Prior aan, en schroomde niet, zig met een euveldaad te bezoedelen; waardoor hij zodanig den haat van al het volk op zig haalde, dat hij nergens, zelfs niet bij zijne vrienden, geene rust had. Door een kerklijk interdikt werd hij uit het gezelschap der geloovigen gebannen; en, na zig, door groot geld, met de kerk verzoend te hebben, stierf hij in groote armoede.Zie U. EMMIUS, p. 395. SCHOTANUS, 337.