Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

DODO (Leerdam)

betekenis & definitie

word gehouden voor den tweeden zoon van HEIMAN of HEIMEN, Heere van Leerdam, welke, door zijnen vader, daarmede beschonken werd, en de tweede Heer van die plaats zou geweest zijn. Hij zonder Erfgenaamen overleeden zijnde, is Leerdam wederom overgegaan in het Huis van Arkel. Anderen schrijven de stichting van Leerdam toe aan FOP, of FOLPERT, broeder van DODO.

Ook zijn ’er, die dezen DODO, HEIMAN noemen, en zeggen, dat hij, uit hoofde van zijns broeders kinderen, tot geen staat kunnende geraaken, zig naar Frankrijk begeeven had; dat hij aldaar, door het bedrijven van roemrugtige daaden, tot Graaf in het Land van Aquitanie verheven werd. Dan, wij behoeven de zaaken van hun, die dus van den weg afdwaalen, maar in te zien, om van hunne misslagen overtuigd te worden. Ook hebben wij reeds, op het geslacht van ARKEL, gezien, dat deze stellingen met de waarheid niet overeenkomen. Dus houden wij dan DODO voor den tweeden Heer van Leerdam.

< >